Bij de slager zie ik ze nog altijd liggen, dus schijnbaar
is er een markt voor; voor-gepaneerde schnitzel. Ooit heeft iemand het mij ook
voorgeschoteld. Ik weet het zeker, dat was de eerste en tevens de laatste maal
dat ik zo’n schnitzel gegeten heb. Als je het al een schnitzel zou mogen
noemen. Bah. En waarom zou je? Koop gewoon een ongepaneerde schnitzel (bij de
(bio)slager, hè) en paneer hem zelf. Dat is wel lekker! Ik maal mijn broodkruim
(natuurlijk) zelf van oud brood (oud brood in een papieren zak verder laten
uitdrogen en vervolgens malen in de keukenmachine), maar paneermeel of
verkruimelde beschuiten kunnen ook.
Schnitzels
Ingrediënten 4 schnitzels
4 ongepaneerde schnitzels
1 bord met bloem
1 bord met 2 eieren, losgeklopt
1 bord met broodkruim, verkruimelde beschuiten of
paneermeel
Peper en zout
Boter
1 citroen, in partjes
Sla de schnitzels (eventueel) met bijvoorbeeld de
deegroller, tussen 2 velletjes plasticfolie, nog iets platter. Maal wat peper en zout over de schnitzels. Haal
de schnitzels door de bloem* en klop de overtollige bloem eraf. Haal de
schnitzels vervolgens één voor één door de losgeklopte eieren en wentel ze
tenslotte door de broodkruim.
Verhit twee koekenpannen en smelt in beide een flinke
klont boter. Braad de schnitzels op
middelhoog vuur in circa 3-4 minuten per kant goudbruin.
Serveer voor de liefhebber met een partje citroen. Lekker
met gebakken aardappeltjes en witlofsalade.
*Als ik lui ben, laat ik
de bloem vaak achterwege. Het ei zou hierdoor minder goed aan het vlees
hechten, maar doorgaans gaat het naar mijn idee zonder bloem ook prima.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten