Fifty-fifty!

Al jaren heb ik gedachten over eten en receptjes, maar 49 recepten geleden ben ik die gedachten ook daadwerkelijk op papier (of op internet, eigenlijk) gaan zetten.  Hier het vijftigste recept alweer, dat ik op mijn blog post! En het vijftigste recept dat door jullie gelezen wordt, gelukkig. Anders was de lol er ondertussen toch ook wel een beetje vanaf geweest.

Het vijftigste recept moet natuurlijk wel in thema. Dus lekkere fifty-fifty gehaktballen. Met gehaktballen kun je goed variëren. Probeer ook eens met mosterd of pittig met ketjap en sambal. Nu gehaktballen voor bij een (andijvie)stamppotje of aardappelpuree en salade.

Fifty-fifty gehaktballen

Ingrediënten voor 4 personen

400g half-om-half gehakt

1 tl noodmuskaat

1 tl gemberpoeder

Eventueel snufje kruidnagelpoeder

2 tl tomatenpuree

Drupje ketjap

1 ei

2-3 handjes broodkruim (of paneermeel)

Roomboter

Meng gehakt met kruiden, tomatenpuree, ketjap, ei, peper en zout. Voeg broodkruim toe totdat je een stevig, niet te vochtig geheel hebt. Kneed het goed door en vorm er balletjes van.  Verhit ca. 30 gram boter in een braadpan en bak de balletjes op halfhoog vuur rondom bruin. Voeg een scheut water of bouillon toe, doe de deksel (schuin) op de pan en laat op laag vuur 10-15 minuten garen. Voeg, wanneer het vocht te snel verdampt, eventueel nog wat extra water of bouillon toe. Schep de balletjes af en toe om. Haal de deksel van pan en roer nog enkele klontjes boter door de saus.

Fastfood

Veel mensen eten bepaalde gerechten vaak op vaste dagen. Vrijdag frietdag en op zondag chinees of pizza. Ik moet hier niet aan denken! Het is gewoon niet lekker en het geeft me geen voldoening. In mijn huis wordt dit dus niet getolereerd! Ik houd van lekker eten. Dat zal ondertussen wel duidelijk zijn. Toch wil dat niet zeggen dat ik altijd haute cuisine of ingewikkelde recepten bereid. Af en toe kan basic juist ook erg lekker zijn! Dus vandaag (met carnaval) fastfood, broodjes hamburger. Niet van de cafetaria, maar uit eigen keuken.

Hamburgers

Ingrediënten voor 4 personen

4 tartaartjes (of voor grote eters misschien iets meer)

4 broodjes (ik neem kleine bolletjes Turks brood een in stukken gesneden groot Turks brood)

2 tomaten, in plakjes

4 augurken, in plakjes

(Huisgemaakte) mayonaise (zie recept…)

Ketchup

Paar blaadjes (ijsberg)sla

Verhit een klontje boter in de pan en bak hierin de tartaartjes in 4-5 minuten (afhankelijk van de grote) op halfhoog vuur. Pas op dat je de tartaar niet te lang bakt. Je wil geen droge derrie, maar een sappig tartaartje dat van binnen nog rosé is.

Verhit ondertussen een (grill)pan. Snijd de broodjes doormidden en leg deze met de snijkant naar beneden kort in de hete (grill)pan.

Nu is het een kwestie van stapelen. Doe een goede kledder mayonaise en ketchup op de onderkant van het broodje. Leg hier de sla, tomaat, tartaar en augurk op. Doe hier weer wat mayonaise en ketchup op en sluit af met het bovenkantje van het broodje.  Je kunt het natuurlijk zo bont maken als je zelf wilt, voeg bijvoorbeeld wat gebakken uiringen (gebakken in het vet van de tartaartjes), een plakje kaas of een plakje uitgebakken spek toe.

Lekker met (zelfgebakken) frietjes!

Ouderwets scheuren

Houdt u daar nou ook zo van? Lekker ouderwets recepten uit de krant scheuren. Het gaat ten koste van de tv-gids in de krant, maar zo’n groot gemis is dat niet. Het is natuurlijk veel handiger om deze receptjes van de website van de krant te plukken en ze bijvoorbeeld op je computer op te slaan. Alleen als ik ’s ochtends de krant en dat leuke receptje lees, heb ik daar geen tijd voor en ’s avonds denk ik er natuurlijk niet meer aan. Dat is zonde. Dus om deze receptjes niet te vergeten worden ze uitgescheurd en op het stapeltje in de boekenkast gelegd. De meeste van deze receptjes blijven vervolgens voornamelijk in de kast liggen, sommige worden daadwerkelijk bereid en slechts enkele hebben het geschopt tot mijn vaste receptenrepertoire. Het onderstaande receptje is er daar één van. Het is simpel, lekker en geschikt voor alledag. Hier niet een receptje van mij, maar een (oud) receptje uit de krant.

Varkenskarbonaadjes met shiitake en port

Ingrediënten voor 4 personen

250 gram (verse) shiitake, grote gehalveerd

4 schouderkarbonades

olijfolie

2 takken tijm

1 teen knoflook, geplet

4 eetlepels rode port (of ietsje meer)

1 eetlepel roomboter

Kruid de karbonades met zout en peper en bak samen met de knoflook en tijm, op halfhoog vuur in de olie circa 6-8 minuten. Verwijder de knoflook als hij bruin wordt. Bak in een andere pan de shiitakes in olie en kruid met peper en zout. Haal het vlees uit de pan. Blus de pan af met de port en voeg de shiitakes en roomboter toe. Breng zo nodig verder op smaak met peper en zout. Leg het vlees terug in de pan en serveer.

Boemboe boontjes

In de winter is het lekker om Oudhollandse klassiekers te eten, maar na een dag schaatsen is het ook heerlijk om op te warmen met kruidig en pittig eten. Dus hebben we vanavond lekker Indisch gegeten. Een combinatie van oude en een paar nieuwe receptjes. Hmmm.

Hier een van mijn favoriete receptjes, Indische boontjes. Ze smaakte erg lekker met Balinese ribbetjes, maar het kan natuurlijk ook met bijvoorbeeld nasi en/of saté.  En dan geen nasi met kant-en-klaar kruiden hè, die nasi is namelijk niet te nassen! Het recept van de Balinese ribbetjes houden jullie nog van me tegoed.

Indische boontjes

Bijgerecht voor 4 personen

400g sperzieboontjes, gedopt en gehalveerd

1 ui, gesnipperd

1 teen knoflook gesnipperd

3 gepofte kemirienoten

2-3tl sambal oelek

1½ tl bruine suiker

2 tl gemalen koriander

2tl komijn

1tl kurkuma

1tl laos

250ml kippenbouillon

Ca. 6mm santen

Stamp de kerimienoten, knoflook, suiker en kruiden (liefst in een vijzel) tot een pasta. Verhit een scheutje (zonnebloem)olie en bak de ui, kruidenpasta en sambal tot ze geuren. Voeg de boontjes toe en bak ze enkele minuten mee. Voeg de kippenbouillon toe, doe de deksel op de pan en laat de boontjes in 5-7 minuten gaar worden. Laat de santen smelten in de saus. Verhit de saus nog even zonder deksel, indien de saus wat aan de dunne kant is.

Brood, brood, brood en een beetje soep

Afgelopen zaterdag heb ik deel 2 gehad van de fantastische broodbakcursus. Sindsdien kan ik alleen nog maar aan brood denken. Wat voor brood zal ik maken (vandaag desem-gistbrood met bloem, tarwemeel en roggemeel) en hoe kan ik het verder optimaliseren (watertemperatuur van het deeg verhogen? Meer water? Waar in huis heerst het beste rijs-klimaat?)? Eigenlijk levert dit alleen maar voordelen op; lekker brood, ik hoef me geen avond te vervelen en ik heb geen tijd om zenuwachtig te worden voor de aanstaande zelfstandige week in de huisartsenpraktijk. Er is alleen één nadeel. Ik denk nog maar weinig na over andere recepten. Hier dan maar een receptje gekopieerd uit een leuk kookboek, “Home Made Winter”. Zij noemt het een Irish stew, ik zou het eerder een stevige winterse groentesoep met lamsvlees willen noemen.  En ik kan je vertellen, dit smaakt héérlijk met zelfgebakken desem-gistbrood!

Stevige groentesoep met lamsvlees voor 6-8 personen

Klont boter

400g lamsbout in blokjes

1 grote ui, gesnipperd

3 stengels bleekselderij, gehakt

2 preien, in ringen

1 pastinaak, geschild en in blokjes

2 wortelen, geschild en in blokjes

½ koolraap, geschild en in blokjes

2 middelgrote aardappels, geschild en in blokjes

Paar takjes tijm

2 laurierblaadjes

Ca. 2l kippenbouillon

100g gerst

Bosje peterselie, gehakt

Zout en peper

Smelt boter in een grote stoofpan. Bak lamsvlees in delen rondom bruin. Voeg alle groenten, behalve de aardappel, toe en laat circa 15 minuten meebakken. Voeg tijm, laurier en royaal zout en peper toe. Schenk bouillon in de pan totdat alles onderstaat.  Breng het aan de kook. Zet op een sudderplaatje op je allerkleinste pitje (of zet het in de oven, als het op het fornuis alsnog te hard gaat). Voeg een half uur voor het serveren de blokjes aardappel en de gerst toe. De soep is klaar wanneer het vlees superzacht is en de aardappel en gerst gaar zijn.

Bestrooi met peterselie en eet met lekker (zelfgebakken) brood.

Juweeltje – nr. 2

Als mijn moeder indruk wil maken op bezoek ((schoon-)familie of bijvoorbeeld vrienden die carnaval komen vieren), dan doet ze dat natuurlijk met lekker eten. Na een voor- en hoofdgerecht volgt dan een van mijn moeders kookjuweeltjes: de (aardbeien)bavarois. Geloof me, ik heb hier diverse mensen, met pretoogjes van geluk, zich ongans aan zien eten, tot en met het uitlikken van de bak aan toe. En dat is een aardige prestatie, want als mijn moeder bavarois maakt, dan maakt ze veel! Nou kan ik me inbeelden dat veel mensen dit lezen en zich hier niets bij voor kunnen stellen.  Sterker nog, veel mensen krijgen de kriebels en kippenvel van alleen al het woord bavarois. Ik begrijpt dat. Nadat ik het ouderlijk huis heb verlaten ben ik “elders” menigmaal fors teleurgesteld. Voor de duidelijkheid, bavarois is geen glimmend drilpuddinkje en bavarois is ook geen rubbere schoenzool met een chemisch kleurtje. Nee, dìt is bavarois:

Vanillebavarois

½ l melk

¼ l slagroom

3 tot 4 eieren (afhankelijk van de grote), gesplitst

2 zakjes vanillesuiker

6 blaadjes gelatine, geweekt in koud water

5 + 2 + 2 eetlepels suiker

Roer de eidooiers los met 5 lepels suiker.

Breng de melk aan de kook en haal van het vuur. Meng enkele lepels melk (lepel voor lepel) door het ei-suiker-mengsel. Voeg vervolgens het ei-suikermengsel toe aan de hete melk. Knijp de gelatine uit en voeg met de vanillesuiker toe en los op in de melk. Laat het geheel afkoelen (eventueel in een bak ijswater, zodat het sneller gaat).

Klop ondertussen de eiwitten met 2 lepels suiker stijf en in een andere kom de slagroom met de laatste 2 eetlepels suiker stijf.

Schep, wanneer het melk-eimengsel afgekoeld en lobbig is, voorzichtig het eiwit en de slagroom er doorheen. Zet koel weg om verder op te stijven.

Deze bavarois wordt niet super stijf, maar lekker luchtig (doch heftig) en nog een beetje lobbig.

Zelf ben ik nog groter fan van de vruchtenbavarois van mijn moeder. Dat recept zal ongetwijfeld nog eens volgen.

Juweeltje

Ik heb het koken niet van een vreemde. Mijn moeder houdt ook van koken en lekker eten. Hierdoor ben ik tijdens mijn jeugd behoorlijk verwend. Het nadeel hiervan is dat het eten elders (eetcafés, diverse restaurants en regelmatig bij andere mensen thuis (sorry daarvoor)) simpelweg tegenvalt.

Tussen al die gerechten van mijn moeder schuilen een paar echte juweeltjes. Gerechten die ik “elders” nog nooit zo goed, laat staan beter, heb gekregen. Het voelt bijna als verraad om hier het receptuur vrij te geven, maar wie weet zal het zich lonen en wordt ik in de toekomst “elders” nog eens getrakteerd op dit recepten-juweeltje. Vergeet alle andere recepten voor aardappelgratin, dit is de enige echte!

Aardappelen au gratin

1 kg aardappelen

2 teentjes knoflook

50 gr boter

2 eieren

2½ dl melk

1½ dl room

nootmuskaat

peper en zout

100 gr geraspte oude kaas

Klontje boter

Verwarm de oven voor op 175 graden.

Schil de aardappelen, was ze en snijd ze in dunne (echt dunne) plakjes (met bijvoorbeeld de keukenmachine, kaasschaaf of mandoline). Snijd een schoongemaakt teentje knoflook doormidden, wrijf hiermee de ovenschotel in en beboter deze daarna. Snipper de knoflook. Breek de eieren en voeg hier de knoflook, melk, room, nootmuskaat, peper en zout toe en klop de eieren los. Leg een laagje aardappelschijfjes in de schotel, strooi er wat geraspte kaas over en schenk er wat van het eimengsel over. Leg daarop weer een laagje aardappelen, bestrooi dat met geraspte kaas en schenk er weer wat van het eimengsel over. Ga zo door tot de aardappelschijfjes op zijn en eindig met geraspte kaas. Verdeel hierover wat snippertjes boter. Schuif de schotel in de oven en laat in 60-70 minuten gaar worden. Lekker met een stukje vlees en bijvoorbeeld spruitjes.