Dromen over koken enzo...

Iedereen heeft dromen. De ene droom is realistisch, de andere droom is daar verre van. Zoals de een ervan droomt om voetballer te worden, of een ander om actrice te worden, zo droom ik erover om culinair journalist te worden. Het is niet 100% onmogelijk, maar het ligt totaal niet binnen de verwachtingen. Met dromen mag dat. En zoals dat hoort bij dromen, heb ik ook een aantal helden die bij mijn droom horen. Om te beginnen, de Van Basten van de culinaire journalistiek; Onno Kleyn, de Goeroe! Op zijn culinaire schrijfkunst ben ik toch al wel enkele jaren een beetje verliefd. Een man die het begrijpt! Geen poespas, geen liflafjes of moleculair geëxperimenteer, maar degelijke goede en héérlijke gerechten. Daarnaast ben ik ook groot fan van Sylvia Witteman. Haar gerechten spreken me wat minder aan, maar de verhalen die zij schrijft des te meer. Wat een geweldige schrijfstijl, die mij keer op keer laat grinniken en lachen. En ten slotte, mijn absolute favoriet, mijn voorbeeld; Marcus Huibers. Niet alleen is deze man een culinair journalist met leuke verhalen waar ik mij helemaal mee kan identificeren, hij is ook nog hoogleraar in de psychologie! Wanneer hij in staat is om in zijn leven twee mooie werelden (de culinaire en de medische wereld) op deze manier te combineren, zou ik dat dan misschien, heel misschien, ook kunnen? Want voor iemand die droomt van een carrière als culinair journalist, loopt mijn carrièrepad toch in een iets wat andere richting. Na de middelbare school ben ik geneeskunde gaan studeren en ondertussen ben ik arts. Mijn beroep als arts zou ik absoluut niet in willen wisselen. Het is een mooi beroep en het past bij mij. Maar daarnaast is koken mijn grote hobby. Een dag niet gekookt, is een dag niet geleefd. In koken vind ik ontspanning. Na een drukke dag, werkt niets zo ontspannend als hakken, snijden en bovenal roeren in een pan. Ik houd van goede producten en walg van potjes, pakjes en kant-en-klaar. Daarnaast vind ik het heerlijk om na te denken over recepten die ik kan gaan maken. Ik verslind kookboeken en lees ze als een verhalenbundel. Op mijn nachtkastje ligt standaard een kookboek, waar ik voor het slapengaan altijd nog even een receptje uit lees. Ook de ochtend begin ik steevast met een recept, namelijk het recept in de krant. En naar aanleiding van bovenstaande helden, moge het duidelijk zijn welke krant ik lees. In mijn droom sta ik dan ook in dezelfde volkskeuken te koken als mijn helden. Maar ik ben nog jong en je moet ergens beginnen. Dus daarom heb ik besloten te beginnen met deze blog.

zondag 23 december 2012

Aziatisch geïnspireerde salade met kip (of kalkoen)

Het is bijna kerst en dat is mooi, want dan zijn er altijd veel leuke culinaire programma’s op tv. Thuis blijven voor zo’n programma is natuurlijk totaal achterhaald (thuis blijven voor een tv programma is natuurlijk überhaupt mesjogge). Maar gelukkig, wat eenmaal op tv is verschenen, is vaak ook op youtube of elders op het internet terug te vinden. Zo heb ik de afgelopen tijd weer lekker kerstuitzendingen van Nigella, Gordon Ramsay en Jamie Oliver gekeken. Ondanks dat de laatste in dit rijtje eigenlijk geboycot zou moeten worden, sinds hij zijn ziel aan de Albert Hein heeft verkocht (Gourmet- of kant en klaarschotel van Jamie, do I need to say more…), zag ik toch een lekker receptje dat ik wilde proberen. Jamie maakt het met kalkoen-leftovers, maar met kip gaat het natuurlijk ook goed.

Jamie's Aziatisch geïnspireerde salade met kip (of kalkoen)
Ingrediënten voor 4 personen
2 flinke handen vol bruin gaar kippen- of kalkoenvlees (leftover)
1 flinke handvol cashewnoten
1 handvol gedroogde cranberry’s
2 theelepels vijfkruidenpoeder
1 bos verse munt, alleen de blaadjes
1 bos verse koriander, alleen de blaadjes
150g gemengde sla
1 el vloeibare honing
1 rode Spaanse peper, zonder zaadjes, fijngehakt


voor de dressing:
sap van 1 mandarijn
sap van 1 limoen
1 granaatappel, gehalveerd
½ rode ui, fijngesneden
extra vierge olijfolie
1 eetlepel sojasaus
1 theelepel sesamolie
Een duim  verse gember, geschild en grof geraspt


Trek het vlees met je vingers in smalle reepjes. Verhit een droge koekenpan op matig vuur en voeg vlees, cashewnoten, cranberry’s en vijfkruidenpoeder toe. Roer alles door en laat het rustig roosteren terwijl je met de salade verdergaat. Schud de pan regelmatig om te voorkomen dat de boel aanbrandt.
Doe de munt en het grootste deel van de korianderblaadjes met de gemengde slablaadjes in een kom. Maak je dressing in een aparte kom (of voor gemak maatbeker) door het sap van de mandarijn en de limoen te mengen. Knijp een van je gehalveerde granaatappels in je handen uit zodat je de zaadjes opvangt, en gooi die weg. Voeg nu circa driemaal zoveel olijfolie toe als sap wat je tot nu toe in je kom of maatbeker uitgeknepen hebt. Roer er de geraspte ui door. Voeg de sojasaus en sesamolie toe. Pers het sap uit de geraspte gember bij de dressing en gooi de pulp weg.
Roer de dressing goed door elkaar en breng zo nodig op smaak met nog een beetje sojasaus of extra limoensap.  Maak de sla aan met een gedeelte van de dressing en hussel de blaadjes voorzichtig door elkaar.
Doe de honing bij de kalkoen in de pan en roer tot alle reepjes ermee in aanraking gekomen zijn. Draai het vuur de laatste paar seconden op de hoogste stand om het vleesmengsel lekker krokant te maken. Meng het vleesmengsel met de sla en voeg (zo nodig) nog wat extra dressing toe. Garneer de salade met granaatappelpitjes (uit de nog ongebruikte helft), rode peper en achtergehouden korianderblaadjes. Serveer met gestoomde pekingeend-pannenkoekjes (vul de pannenkoekjes steeds met wat salade en eet uit de hand!).
 
 
De foto is niet zo mooi als bij Jamie, maar lekker was het zeker!

dinsdag 18 december 2012

Stoofpotje met bier

Mijn vorige recept was ook al een stoofpotje, dus ik kan er eigenlijk niet mee aan komen zetten. Maar ze zijn zo lekker en het is er de tijd van het jaar voor. Daarom doe ik het gewoon weer! Dit keer een zelf bij elkaar verzonnen potje. Het resultaat mocht er wezen, heerlijk zacht vlees in een mooie donkere saus.

Stoofpotje met bier
Ingrediënten voor 4 personen
600g runderstoofvlees (riblappen of sucade), in blokken
1 ui, in halve ringen
3 wortelen, in plakjes
Paar peperkorrels, geplet
150g gerookt spek, in reepjes
300g champignons, gehalveerd
Ruime el tomatenpuree
2 el bloem
2 flesjes bier (bijv. een abdijbiertje of oud bruin)
½ l bouillon
2 knoflooktenen, geplet
2 laurierblaadjes
Paar takjes tijm
Handje bladpeterselie, fijngesneden.

Doe vlees, ui, wortel, knoflook, laurier, tijm en peper in een kom met 1 flesje bier en laat (bij voorkeur) een nacht marineren.
Verwarm de oven voor op 125 graden. Verhit een beetje olie in de stoofpan en bak de spek enkele minuten. Haal de spek uit de pan. Bak vervolgens de champignons enkele minuten en haal ook uit de pan. Haal het vlees uit de marinade en dep droog. Verhit een klont boter in de stoofpan en bak het vlees (in gedeelten) rondom bruin. Voeg ui en wortel toe en fruit enkele minuten mee. Voeg de tomatenpuree toe en laat een minuutje bakken. Strooi de bloem over het vlees en laat enkele minuten garen. Voeg vervolgens de marinade, de rest van het bier, de bouillon, spek en champignons toe. Breng aan de kook en zet vervolgens (met deksel op de pan) circa 3 uur in de oven.  Kijk na circa tweeenhalf uur naar de saus. Is deze nog iets te dun, zet de pan dan zonder deksel op het vuur en laat de saus rustig inkoken. Betrooi met de peterselie en serveer met lekker brood en bijvoorbeeld koolsalade.


zondag 9 december 2012

Ouderwets pruttelpotje

Regen, sneeuw en kou. Dit vraagt om troosteten, een ouderwets pruttelpotje. Dan heb je gelijk een reden om de hele middag lekker binnen te blijven. Het pruttelpotje van vandaag wordt Boeuf bourguignon. Ik heb al diverse malen Boeuf bourguignon gemaakt en ieder recept lijkt weer net iets van de ander te verschillen. Daarom heb ik ditmaal besloten om me maar eens aan het recept van de kookbijbel (Larousse) te houden. Nou ja, het blijft  natuurlijk een richtlijn, want ik heb het stiekem toch weer een beetje aangepast. Serveer het op zijn Frans met rustiek knapperig brood om lekker mee in de saus te soppen.

Boeuf bourguignon
Ingrediënten voor 4 personen
150g gerookt spek, in kleine reepjes
1 kg stoofvlees (riblappen/sukade), in dobbelstenen van ca. 5cm
4 wortelen, in plakjes
2 uien, in ringen
1 el bloem
6dl rode wijn (bourgogne)
(kalfs)fond
1 teen knoflook, gekneusd
1 el tomatenpuree
Bouquet garni (samengebonden bosje met (bijv.) peterselie, tijm en laurier)
Flinke klont boter
12 kleine uitjes
300g champignons, grote exemplaren gehalveerd

Verhit een beetje olie in de braadpan en bak de spek enkele minuten en haal uit de pan. Voeg het stoofvlees toe en bak in porties rondom bruin. Voeg de wortel en ui toe en laat enkele minuten zweten. Voeg de tomatenpuree toe en laat een minuutje meebakken. Bestuif met de bloem en laat hem wat kleur krijgen. Giet er de wijn en zoveel fond bij dat alles onderstaat. Voeg de knoflook, spek en bouquet garni toe en laat alles circa tweeënhalf uur met de deksel op de pan, op een zo laag vuur (met sudderplaatje) pruttelen.
Verhit ondertussen een andere pan, smelt de boter en fruit hierin de uitjes gaar. Haal de uitjes uit de pan, voeg nog wat boter of olie toe en bak de champignons.
Verwijder de stukken rundvlees en dek af met aluminiumfolie. Schep zo nodig vet van de saus af en kook het stooffond in tot de gewenste dikte. Voeg het vlees, champignons en uitjes toe en warm alles nog even  op.
 
 

zondag 2 december 2012

Risotto met peer, walnoot en gorgonzola


Sinds een jaar of 2 eten wij minimaal eenmaal per week vegetarisch. Ik vind het een leuke uitdaging om nieuwe receptjes te vinden en te proberen, waarbij je vlees of vis niet mist. Soms valt zo’n receptje tegen, maar meestal is het een succes. Ondertussen heb ik al een heel arsenaal vegetarische recepten verzameld (waarvan ik helaas circa de helft alweer vergeten ben…).

Daarnaast heb ik sinds kort een nieuw project; minimaal eenmaal per week huisgenoot P te laten koken. Met pijn in mijn hart toon ik me die avond niet in mijn keuken. Om vervelende confrontaties te vermijden, ontwijk ik op die momenten eigenlijk het gehele huis en ga sporten. Ik kom dan goed getimed, precies op tijd terug om toch nog even de finishing touch aan het gerecht te kunnen geven. Om teleurstelling en stress te voorkomen, bedenk ik (in goed overleg) wel alvast van te voren wat er op die avonden gekookt gaat worden. Het resultaat is meestal een ontplofte keuken, maar ook een smakelijk gerecht. Zoals onderstaande risotto, zowel vegetarisch, als bereid door de huisgenoot! Het recept is gebaseerd op de appel, walnoot en gorgonzola risotto van Jamie Oliver.
 
Risotto met peer, walnoot en gorgonzola
Ingrediënten voor 4-6 personen
500g (aborio) risottorijst
Ca. 1,5l kippenbouillon
1 sjalot, fijngehakt
3dl witte wijn
50g roomboter
Klein handje (vers) geraspte Parmezaanse kaas
125g gorgonzola, in blokjes
1 nog vrij harde peer, in blokjes en besprenkeld met citroensap
Paar takjes tijm, alleen de blaadjes
Handje grof gehakte walnoten
Extra vergine olijfolie

Breng de bouillon aan de kook en zet het vuur laag. Verhit een scheutje olie in de pan. Fruit de sjalot enkele minuten. Voeg de rijst toe en roer tot de korrels goed met olie bedekt, warm en glazig zijn. Schenk de wijn erbij, breng aan de kook en laat op hoog vuur tot de helft inkoken. Voeg soeplepel voor soepleper de bouillon toe en roer zachtjes tot elke toevoeging bijna door de rijst is opgenomen. Zorg ervoor dat  de risotto steeds heel zachtjes kookt. Ga zo circa 20 minuten door, totdat de rijst zacht en romig is, maar de korrels nog steeds vrij stevig zijn. Haal de pan van het vuur, klop er de boter, Parmezaanse kaas, gorgonzola en tijm doorheen. Breng op smaak met peper en zo nodig zout (maar door de bouillon is dit meestal niet nodig). Leg de deksel op de pan en laat de risotto een minuut rusten.
Verhit ondertussen een droge koekenpan en rooster de walnoten enkele minuten op laag vuur.
Roer de peer door de risotto en bestrooi met walnoten, een extra beetje Parmezaanse kaas en besprenkel met een beetje extra vergine olijfolie.


 

donderdag 22 november 2012

Ribeye steak

Er moet meer gebarbecued worden! Huh? Nu? In de herfst!?
Ja, waarom niet? Het hoeft echt niet altijd zomer te zijn om de barbecue aan te steken. Neem het van mij aan, een gegrilde steak is in de herfst zeker zo lekker als in de zomer.  Dus haal de barbecue maar weer gewoon van stal en grillen maar!
Ben je nou toch meer zo’n softie die liever in zijn warm gestookte keukentje staat, de grillpan kan ook (maar is natuurlijk wel minder lekker).
 
Ribeye steak
Ingrediënten voor 2 personen
Rib-eye steak van ca . 300 gram
Handje fijngehakte kruiden (bijvoorbeeld een combinatie van rozemarijn, tijm, peterselie en basilicum)
2 teentjes knoflook, fijngehakt
3 el olijfolie
1 el balsamico-azijn (of citroensap, ook lekker)
Evt. handje houtchops

Maak de marinade door de  kruiden, knoflook, olie, azijn, peper en zout te mengen. Marineer het vlees minimaal 1 uur (buiten de koelkast, zodat het vlees wat op kamertemperatuur kan komen). Verhit ondertussen de barbecue (of grilpan). Gooi eventueel de in water geweekte houtchops op de hete kolen en grill het vlees circa 7 minuten aan de ene en nog circa 5 minuten aan de andere zijde, of tot een kerntemperatuur van 53 graden (voor medium-rare). Bedruip halverwege met de marinade.
Leg het vlees op een (voorverwarmd) bord, dek af met aluminiumfolie en laat nog 10-15 minuten rusten. Snijd het vlees in plakjes en serveer met bijvoorbeeld frietjes en een groene salade.
 
 
 

zondag 18 november 2012

Gefrituurd konijn

Liefde gaat door de maag. Dat komt goed uit, want ik heb hier een behoorlijk goed receptje voor de geliefde huisgenoot! Het is lekker, het is vlees, het wordt gefrituurd en het mag (als je het mij vraagt) met de handen gegeten worden. Mijn ervaring leert dat er niet veel meer voor nodig is om de man tevreden, dan wel gelukzalig te maken. Het recept is van Jamie Oliver. Het is een beetje bewerkelijk, dus ideaal voor een vrije zaterdag of zondag. Wij hebben het karkas en de achterpoten ingevroren voor een andere keer en vonden het vlees dat we overhielden (de voorpoten en de rug) meer dan genoeg voor twee personen. Jamie gaat uit van wat ruimere porties en gebruikte ook de achterpoten. Daarnaast gebruikte Jamie een wild konijn, maar tam konijn kan ook.

Jamie's Essex Fried Rabbit
Ingrediënten voor 2-4 personen
Olijfolie
1 wild/tam konijn (verdeeld in voorpoten, achterpoten en 2 of 3 rugstukken)
1 bol knoflook, horizontaal gehalveerd
6 takjes rozemarijn
200ml witte wijn
200ml kippenbouillon
3-4 sneetjes oud witbrood
2 flinke handen geraspte parmezaan
1 bord met bloem
1 bord met 3 losgeklopte eieren
een paar takjes tijm, blaadjes geplukt
Olie om te frituren (bijvoorbeeld 1½l  zonnebloemolie)
1 Citroen, in partjes

Verhit een flinke scheut olijfolie in een braadpan, groot genoeg om het konijn in één laag in te passen. Dep het konijn droog en kruid met peper en zout. Braad de stukken konijn rondom bruin.
Haal de rugstukken uit de pan. Voeg knoflook, 2 takjes rozemarijn, wijn en bouillon. Doe de deksel op de pan en laat het konijn op laag vuur 45-60 minuten zachtjes stoven. Voeg eventueel extra bouillon of water toe, wanneer het te droog wordt. Voeg na 20 minuten de rugstukken toe. Het vlees is klaar wanneer het mooi zacht en gaar is (het moet bijna van het bot vallen). Laat het konijn afkoelen.
Maak ondertussen het broodkruim. Stop brood en de helft van de parmezaan en tijm in een keukenmachine en maal tot fijn broodkruim en doe in een diep bord of schaal.
Haal de stukken konijn eerst door de bloem en klop de overtollige bloem eraf. Haal vervolgens door het ei en tenslotte door het broodkruim. Besprenkel met de achtergehouden tijm en parmezaan.
Verhit de olie in een diepe pan (of frituurpan) tot 180 graden. Frituur de stukken konijn (in delen) in 3-5 minuten goudbruin en laat uitlekken op keukenpapier. Voeg de laatste 20 seconden ook de achtergehouden takjes rozemarijn toe en frituur krokant.
Verdeel de konijn over een groot bord en maal er een beetje zeezout over. Serveer met citroen en rozemarijn. Eventueel kun je de knoflook uit hun schil knijpen en in een kommetje losroeren en ook serveren bij het konijn. Lekker met een groene salade.
 
 



 

zaterdag 10 november 2012

Mosterdsaus (voor bij mijn nieuwe hobby)

Ik heb vorig weekend toch iets leuks gedaan. Ik heb samen met mijn broer worsten gemaakt. Varkensbraadworsten gemaakt met buikspek en varkensschouder, gekruid met venkel, knoflook en witte peper en in een varkensdarmpje geperst. Het was veel minder werk dan ik had gedacht en het resultaat was verbluffend!


Ik heb er een nieuwe hobby bij, maar voor de meeste van jullie gaat dit wellicht toch iets te ver. Daarom nu dan alleen het recept voor het sausje dat ik serveerde bij de hutspot (zie daarvoor het recept elders op dit blog) met zelfgemaakte braadworst.

Mosterdsaus (voor bij de braadworst en hutspot)
150ml water
1 dessertlepel gladde mosterd
1 dessertlepel grof gemalen mosterd
¼ kippenbouillonblokje
Evt. kontje(s) boter

Braad de braadworst, in een lekkere klont roomboter, op laag vuur een minuutje of tien. Haal de worsten uit de pan en dek losjes af met aluminiumfolie.
Voeg beide soorten mosterd toe en verwarm al roerende even door. Blus af met het water en verkruimel de bouillon erboven. Laat op halfhoog vuur, al roerende, wat inkoken. Verlaag het vuur en roer er (evt.) nog enkele klontjes boter doorheen.
Lekker met braadworst, maar natuurlijk ook lekker met een gehaktbal!

maandag 5 november 2012

Mirin geglaceerde zalm à la Nigella

Terwijl ik vanavond peuzel aan een lekker Irish Stew restje, ben ik alweer druk aan het bedenken wat voor lekkers we volgende week allemaal kunnen gaan eten. We hebben nog zalmfilet in de vriezer, dus het wordt weer hoog tijd voor Nigella’s “Mirin glazed salmon”. Ik ben eigenlijk niet zo’n groot fan van zalm. Een paar happen vind ik lekker, maar daarna gaat dat vettige me al snel tegen staan. In dit recept is het vette echter goed in balans met zout, zuur en zoet. Dus, ook als je niet zo’n grote zalm-fan bent, gewoon proberen! 

Met mirin geglaceerde zalm
Ingrediënten voor 4 personen
60ml mirin (Japanse zoete rijstwijn)
1 el lichtbruine basterdsuiker
60ml sojasaus
4 (dikke en smalle) stukken zalmfilet, elk 125g
2 eetlepels rijstazijn
1 tot 2 lente-uitjes, gehalveerd en in dunnen reepjes gesneden

Meng mirin, bruine suiker en sojasaus in een schaaltje waarin de stukken zalm mooi naast elkaar passen. Laat de zalm 3 minuten marineren aan de ene kant en 2 minuten aan de andere kant. Verhit intussen een grote koekenpan of grillpan met antiaanbaklaag.
Bak de stukken zalm 2 minuten in de hete, droge pan, draai ze om, giet de marinade erbij en laat de pan nog 2 minuten op het vuur staan.
Haal de zalm uit de pan. Giet de rijstazijn in de hete pan en laat het mengsel goed warm worden. Giet het donkere, zoete glazuur over de zalm en besprenkel met de reepjes lente-ui op. Serveer de zalm met rijst en bijvoorbeeld pittig gewokte broccoli.

maandag 29 oktober 2012

Pittige auberginestoof

Zo, wij zijn weer terug van een indrukwekkende vakantie in Israël/Palestina. Gisteren, op de dag van terugkomst, werden we lekker getrakteerd op eten bij vrienden. Maar na een weekje niet koken kon ik mijn verleidelijke keukentje niet weerstaan. Dus heb ik  gisteren alvast wat voorbereidend werk gedaan voor vandaag. Het is gebaseerd op een receptje van bbcgoodfood.com.  Ik maak het vaak grotendeels van te voren klaar en zet de pan in de oven. De oven springt de volgende dag dan aan, terwijl ik op mijn werk nog de laatste dingetjes aan het afronden ben. Dus toen ik vandaag thuis kwam, heb ik alleen nog wat bulgur klaar hoeven maken. Het recept is oorspronkelijk met kleine baby-aubergines en dat is eigenlijk wel het lekkerste. Helaas zie je hier in de winkel of op de markt meestal van die grote aubergine-bommen liggen. Zoek hiertussen in ieder geval de aller kleinsten uit. Vindt je toch mooie baby-aubergines, neem er in dat geval 2 per persoon en stoof ze circa een half uur korter.

Pittige auberginestoof
Ingrediënten voor 4 personen
Olijfolie
2 rode uien, in ringen
4 tenen knoflook, flink gekneusd
2 rode pepers, ontpit en in ringetjes
2 tl korianderpoeder
2 tl komijnpoeder
Klein duimpje verse gember, fijngesneden
4 kleine aubergines
2 blikken gepelde tomaten, à 400g
2 tl suiker
Half kippen- of kruidenbouillonblokje
Handje munt, grof gehakt
Bosje koriander, helft van de steeltjes fijngehakt, blaadjes grof gehakt
2 bosuitjes, in ringetjes
Handje walnoten, grof gehakt (te vervangen door kikkererwten, laat deze dan in de saus meegaren)
Griekse/Turkse yoghurt

Verhit olijfolie in een braadpan en fruit de uienringen enkele minuten aan. Voeg de knoflook, tweederde van de peper, de korianderpoeder en –steeltjes, komijn en gember toe en fruit tot de kruiden beginnen te geuren. Voeg de aubergines (in zijn geheel, inclusief steeltje) toe en bak rondom even aan. Voeg tomaten, bouillonblokje en suiker toe, doe de deksel op de pan en breng aan de kook. (Nu zou je de pan in de oven kunnen zetten en de volgende dag op circa 150 graden aan laten springen). Zet het vuur laag (of de pan eventueel in de oven) en laat de aubergines in circa anderhalf uur gaar en zacht worden. Haal de aubergines uit de pan, snijd in de lengte doormidden en laat nog een minuut of 10 in de pan verder garen. Breng de saus op smaak met peper en zout. Serveer met bulgur of couscous, schep er een flinke lepel yoghurt op en besprenkel met bosui, koriander, walnoten en achtergehouden rode peper.

zaterdag 20 oktober 2012

Irish stew

Als ik aan Ierland denk, denk ik aan regen en als ik aan regen denk, denk ik aan de herfst. Dat is nog helemaal niet zo'n gekke gedachte, want ik las laatst ergens dat Ierland gemiddeld zo'n 225 regendagen per jaar heeft. Het is daar dus eigenlijk het grootste deel van het jaar een soort van herfst. Geen wonder dat ik in de herfst altijd zo'n zin krijg in een Irish stew. Heerlijk na een flinke herfstwandeling en ook bijzonder lekker na bijvoorbeeld een fietstocht door een fikse herfstbui! Het is een recept van Yvette van Boven en komt uit haar kookboek "Home Made Winter". Helaas houdt mijn tafelgenoot er niet zo van (en laat hij dat weten ook; zucht, steun, hoopvolle dan wel smekende blik). Lijkt iets te maken te hebben met een jeugdtrauma. Bij de gedachte aan warme groenten breekt het zweet hem al uit en lopen de rillingen over zijn rug. Ach, hij kan niet altijd zijn zin krijgen en volgens mij heeft hij doorgaans geen reden tot klagen (op culinair gebied althans, over de rest van het huishouden kan ik geloof ik maar beter zwijgen ;-)). En als ik er knapperig zelfgebakken ciabatta of ander lekker brood bij serveer is hij eigenlijk alweer tevreden. De restjes laten zich prima invriezen, maar smaakt de volgende dag als lunch natuurlijk ook goed.
 
Irish stew (soep)
Ingrediënten voor 6 personen
500g lamsvlees in blokjes (bijv. lamsbout)
1 grote ui, gesnipperd
3 stengels bleekselderij, in halve maantjes
2 preien, in ringen
1 pastinaak, geschild en in blokjes
2 wortelen, in blokjes
½ koolraap, geschild en in blokjes
2 grote aardappelen, geschild en in blokjes
Een paar takjes tijm
2 laurierblaadjes
Ca. 2 liter lams- of kippenbouillon
120g gerst of gort
Een bosje peterselie, fijngehakt
 
Smelt boter in een grote koekenpan. Voeg lamsvlees toe en bak aan alle kanten bruin. Boeg vervolgens alle groenten, behalve de aardappels toe. Schep ze al roerbakkend om en laat ongeveer 15 minuten lekker meebakken. Voeg royaal peper en zout toe. Blus af met de bouillon en giet er zoveel bij dat alles ruim onder staat. Voeg de tijm en laurier toe. Breng het geheel aan de kook, draai het vuur laag en laat het 2 uur zachtjes sudderen.
Voeg, als het bijna gaar is, zeg 30 minuten voor het serveren, de aardappelblokjes en gerst toe. Kook die mee tot ze net gaar zijn.
Bestrooi royaal met peterselie en dien op met lekker knapperig brood.

zondag 14 oktober 2012

Wortel-kikkererwtenburgertjes

Hmm, hoe laat ik dit nu appetijtelijk klinken? Ik kan me namelijk voorstellen dat de meeste van jullie niet bepaald warm lopen voor iets wat klinkt als een wortel-kikkererwtenburger. Het is een vegaburger, maar die benaming vind ik ook niet juist. Dan klinkt het als zo’n vleesvervanger uit de supermarkt. Tja, er zit niets anders op, u moet het van mij aannemen; het is lekker.
Het recept is gebaseerd op een receptje van zrtdg (een hele leuke site, de moeite waard om regelmatig te bekijken en je vindt in diverse restaurantjes ook leuke kaartjes van ze). Het heeft wat weg van falafel, maar dan met wortel. Gebruik je kikkererwten uit blik dan wordt het geheel wat smeuiger, gebruik je (geweekte) gedroogde kikkererwten dan wordt het wat nootachtiger. Ik kook de geweekte kikkererwten vaak nog kort (een minuut of 10), maar dit is niet noodzakelijk.

Wortel-kikkererwtenburgertjes
Ingrediënten voor 2 personen
150g kikkererwten
150g wortel, geraspt
¼ rode ui, gesnipperd
1 el sesamzaadjes
1 el tahini
½ tl komijnpoeder
½ ei
1 el extra vergine olijfolie
25g paneermeel
Sap en schil van  ¼ citroen
½ komkommer
75ml dikke yoghurt
½ teentje knoflook, fijngesneden
Klein bosje koriander, steeltjes fijngesneden, blaadjes grof gesneden
½ rode peper, fijngesneden
Olijfolie om in te bakken
Rucola
pitabroodjes

Laat de kikkererwten uitlekken en maal grof met de keukenmachine. Rooster  de sesamzaadjes in een droge koekenpan lichtbruin. Meng kikkererwten, wortel, ui, sesamzaadjes, tahini, komijnpoeder, ei, olijfolie, paneermeel, citroensap en –schil en naar smaak de fijngesneden koriandersteeltjes. Kruid met peper en zout. Vorm er 10 ieniemienie burgertjes van en laat ca. 30 minuten in de koelkast opstijven.
Verwarm de oven voor op 180 graden. Rasp in de tussentijd de komkommer, strooi er zout over en laat uitlekken. Meng yoghurt, rode peper en naar smaak korianderblaadjes. Druk het vocht uit de komkommer en voeg deze ook toe aan het yoghurtmengsel.
Verhit ca. ½ cm olijfolie in de bakpan. Voeg de burgertjes toe en bak in ca. 5 minuten aan beide zijden bruin en laat ze nog 10 minuten verder garen in de oven.
Serveer de burgertjes met pitabroodjes, rucola, komkommer-yoghurtsaus en naar smaak met extra rode peper en koriander.

dinsdag 9 oktober 2012

Aziatische aubergine- en varkensstoofpot

Het is herfst. De afgelopen paar dagen is het mooi herfstweer geweest, maar het is en blijft herfst, dus dat kan niet lang meer duren. Dit gerecht, afkomstig van Goodfood, is dan buitengewoon geschikt. Het is pittig, heeft een warm zoetje van de steranijs en is (wellicht) net anders dan je gewend bent.  Mocht het mooie herfstweer nou toch aanhouden, het smaakt het ook goed bij lekker weer hoor!

Aziatische aubergine- en varkensstoofpot
Ingrediënten voor 4 personen
700g varkensschouder, in vrij grote stukken
2 aubergines, in vrij grote stukken
2 el bruine suiker
5 steranijs
1 kaneelstokje
2 uien, gesnipperd
Flink stuk gember, geschild en fijngesneden
1 rode chilipeper, ontpit en fijngesneden
Bosje koriander, stelen fijngesneden, blaadjes grof gesneden
2 el Thaise vissaus
Sap van 1 limoen

Verwarm de oven voor op 180 graden. Verhit olie in een braadpan (die ook in de oven kan) en braad het vlees in porties aan. Haal het vlees uit de pan. Voeg nog een scheutje olie toe aan de pan en bak de stukken aubergine rondom aan.  Schep ook de aubergine uit de pan. Voeg ui en suiker toe en laat even karameliseren. Voeg vlees, aubergine, steranijs, kaneel, gember, helft van de chilipeper, korianderstelen, vissaus en net zoveel water toe totdat het vlees half onder staat. Breng het geheel aan de kook en laat het afgedekt in de voorverwarmde oven een uur stoven.
Haal de pan uit de oven, voeg naar smaak limoensap en extra vissaus toe. Laat zo nodig de saus nog even op het vuur indikken. Bestrooi met de korianderblaadjes en achtergehouden rode peper en serveer met rijst.

zondag 30 september 2012

Last but not least

De laatste vakantieavond is aangebroken. Terwijl ik, met de ondergaande zon, vanaf ons boeren campinkje uitkijk over de mooie glooiende wijnvelden van de Loire, denk ik terug aan een heerlijke vakantie. Aan al het mooie komt een einde, maar dat wil niet zeggen dat we niet nog van vanavond moeten genieten. In de supermarkt zag de vleesafdeling er vandaag maar armoedig uit. De visafdeling daarentegen, was om verliefd op te worden! Mooie hele vissen, mooie filets en verse (levende) kreeften voor een prikkie! Dus vanavond hebben wij verse kreeft gegeten! Dit was geloof ik de eerste keer in mijn leven dat ik (op wat insecten na) een dier van zijn leven heb beroofd. Tja, dat was even wennen en er was nog best wat kracht voor nodig (en wat blijft zo’n beest nog lang stuiptrekken, zelfs wanneer het al geheel doormidden is en op de barbecue ligt!). Maar, het resultaat mag er zijn!

Gegrilde kreeft
Ingrediënten voor 2 personen
1 kreeft
½ citroen, in 2 partjes
Scheutje olijfolie
Zout

Verhit de barbecue.
Je kunt de kreeft eerst een half uur in de vriezer leggen. De één zegt dat dit voor de kreeft minder erg is, de ander zegt dat het voor de kreeft juist weer extra naar is. Vervolgens neem je een zwaar koksmes en zet dit met de punt recht naar beneden op het achterhoofd. Druk het mes krachtig naar beneden. Klief de kop en vervolgens het lichaam. De kreeft is nu gehalveerd. Haal de ingewanden eruit. Wrijf het vlees in met een beetje olie en kruid met wat zout. Leg de kreeft op de barbecue. Laat 6 minuten garen op de schaalkant en 2 minuten op de vleeskant. Wij hadden een vrij kleine kreeft, een grote kreeft heeft iets langer nodig. Serveer bijvoorbeeld met (zelfgebakken) frietjes of lekker brood en een salade.

 



zondag 23 september 2012

Groene bonen salade

Honger maakt rauwe bonen zoet, maar beetgaar in een salade zijn ze pas ècht lekker. Dit was voor ons hèt bijgerecht van de afgelopen zomer. Een beetje variëren en je krijgt er nooit genoeg van! Dit recept is eigenlijk een beetje mosterd na de maaltijd, want met verse erwten is het natuurlijk het aller lekkerste, maar ja, het is ondertussen alweer september…
 
Groene bonen salade
Ingrediënten voor 4 personen
2 sjalotjes, in halve ringetjes
400g haricots verts
Paar handjes (verse) erwten / tuinbonen /peultjes
1 el mosterd
2 el citroensap / wijnazijn
4 el olijfolie
Peper en zout
Ter variatie bijvoorbeeld ook: rucola, tomaat, avocado, gegrilde paprika of uitgebakken spek
 
Meng voor de dressing mosterd, citroensap/azijn met peper en zout. Voeg vervolgens al kloppende, in een dun straaltje, de olijfolie aan toe.
Dop en halveer de haricots verts. Dop ook de peultjes en erwten.  Breng in een pan een bodempje water met een snuf zout aan de kook. Voeg de bonen, erwten en peulen toe en kook in circa 3-4 minuten beetgaar. (Indien je van die grote plompe (veel minder lekkere) bonen gebruikt, kook de bonen en erwten dan apart. Die dikke jongens moeten wat langer koken.) Giet de groenten af en spoel af onder koud water, zodat ze mooi groen en knapperig blijven.
Gooi alles bij elkaar en smullen maar!
 

dinsdag 11 september 2012

Het spareribs paradijs!

Soms loop je in een supermarkt (of hypermarché) en staart een product je gewoon aan. Alle (eventuele) andere plannen worden overboord gegooid en je denkt “dìt is het, dit eten we vanavond”.  Of morgenavond, want de kingsize super spareribs  die ik vandaag zal liggen, moeten natuurlijk wel een nachtje marineren.
Het recept lijkt op het recept dat ik vorig jaar op het blog heb gezet, maar het is verbeterd. Hierbij het recept voor lekkere, pittige en malse spareribs!
 
Spareribs
Ingrediënten voor 4 personen
1½ kg (ongemarineerde) spareribs
1 el tomatenpuree
2 grote tenen knoflook, gesnipperd
2 el korianderpoeder
1,5 el komijn
3 el ketjap
3 tl sambal (of ietsje meer naar smaak)

Verhit een scheutje zonnebloemolie in een pan waar de spareribs nèt inpassen.  Voeg alle ingrediënten voor de marinade toe en fruit even tot de geuren goed loskomen. Voeg twee kopjes water toe en warm even door. Zet het vuur uit, voeg de spareribs toe en laat afkoelen. Zet de spareribs een nacht in de koelkast om te marineren.
Haal de spareribs uit de koelkast en laat op kamertemperatuur komen. Zet de pan op het vuur en breng de marinade aan de kook. Proef de marinade en breng zo nodig op smaak met extra ketjap of sambal. Draai het vuur laag (het liefste op een sudderplaatje) en laat de ribbetjes één tot anderhalf uur zachtjes sudderen. Keer de spareribs halverwege. 
Verhit in de tussentijd de barbecue (of bij slecht weer eventueel de oven). Leg de spareribs nog een halfuurtje op de barbecue, draai halverwege (en pas op dat ze niet aanbranden!).
 

zaterdag 8 september 2012

Flensjes (geen pannenkoeken!)

Oké, de Touremalet zouden we niet doen. Een beklimming van de buitencategorie zou wellicht toch iets te fors zijn voor onze Nederlandse wielerbeentjes. Maar we waren zo dichtbij, dat het toch begon te kriebelen. En als we het niet zouden doen, zouden we onze wieler-batties thuis toch ook eigenlijk niet meer onder ogen kunnen komen…
Vanochtend onderweg naar de Touremalet brak het angstzweet met nog uit. Misschien was die mooie 5 uur durende wandeling gisteren toch niet zo’n beste voorbereiding voor vandaag en misschien was het ook niet zo verstandig dat ik na die wandeling nog even 5 kilometer ging hardlopen…
Tja, aan het ontbijt zou het in ieder geval niet liggen; flensjes met kaas, flensjes met kaneel en suikel en flensjes met nectarine! In principe ben ik niet zo pro pannenkoeken. Van die dikke deeg-kletsen, waarvan het beslag eigenlijk nooit echt gaar wordt (grrrr), geven me kippenvel. Flensjes of crèpes daarentegen, dat is andere koek! Een echte volwaardige maaltijd vind ik het dan eigenlijk nog altijd niet, maar voor één keer per jaar (op vakantie) wil ik (voor manlief) een uitzondering maken.
Super simpel en ook ideaal bij minder goed (kampeer)weer. Lekker met spek en kaas, spek en appel, appel en kaneel of eigen andere variaties. Met het beslag dat je overhoudt, maak je natuurlijk een koningsontbijt! Ideaal als bodem voor de Touremalet. Een pittige, maar ook prachtige beklimming. Als ware ik Marianne Vos, de concurrentie ver achter me latend, in een gestaag (doch traag) tempo naar boven!

Flensjes
Ingrediënten voor 4 (vrij grote) eters
400gr bloem
1dl melk
4 eieren
Snuf zout
Roomboter om in te bakken
Spek/kaas/appel (met mandoline of kaasschaaf in dunne plakjes)/suiker/stroop/kaneel/jam/chocolade/etc…

Doe alle ingrediënten voor het beslag in de keukenmachine en draai er een glad beslag van.
Meng, indien je geen keukenmachine voor handen hebt, bloem, zout en eieren. Voeg scheutje voor scheutje de melk toe (zodat je geen klontjes krijgt). Voeg melk toe, totdat het beslag de juiste consistentie heeft. Laat het beslag een half uur rusten.
Verhit een klontje boter in de pan, bak de flensjes en onthoud de ware flensjes-kunst, van dun-dunner-dunst! (O ja, natuurlijk overbodig om te zeggen, maar niet van die onzinnige, veel minder lekkere kant-en-klaarmixen kopen, hè!)

zondag 2 september 2012

Varkenskarbonade, vers van de boer!

Het leuke van (kleine) boeren campinkjes, is dat ze er vaak ook boerderijproducten verkopen, zoals bijvoorbeeld heerlijke (geiten)kaasjes, wijn en lekkere vette gedroogde of verse worst. O, wat is op vakantie zijn toch een straf! ;-)
Vandaag hebben we bij de boer van ons campinkje een mooi vetdoorregen en super malse biologische varkenskarbonade gekocht. Met zo’n mooi stukje vlees moet je niet teveel meer doen, maar gewoon lekker puur houden! Dit recept is zo kinderlijk eenvoudig, je kunt het haast geen recept noemen. Koop wel ècht goed vlees, anders is er geen genot aan te beleven. (Overbodig om te zeggen, maar goed vlees vind je natuurlijk niet in de supermarkt!)

Karbonades
Ingrediënten voor 4 personen
4 mooie karbonades (bijvoorbeeld haaskarbonade), niet te dun
Peper, zout, olijfolie

Steek de barbecue aan (of bak bij slecht weer in de (grill)pan). Wrijf het vlees in met wat peper, zout en olijfolie. (Ik had op de camping toevallig nog wat verse tijm geplukt en ook wat in het vlees gewreven.) Leg de karbonades op de hete barbecue en bak ze (afhankelijk van de grote en dikte) in circa 5 minuten gaar, keer halverwege. (Wij hadden 1 grote dikke karbonade, die had een minuut of 6-7 nodig).
Haal van het vuur en laat nog 10 minuutjes, losjes met aluminiumfolie afgedekt, rusten. Nu niets meer aan doen, geen sausjes of andere opsmuk. Serveer bijvoorbeeld met gepofte aardappelen (die barbecue stook je toch al heet, dan kun je net zo goed een paar in alu-folie verpakte aardappelen tussen de kolen stoppen).

maandag 27 augustus 2012

Het leven, soms lijkt het wel een sprookje!

Vandaag hebben we prachtig gewandeld! Zo mooi en haast sprookjesachting, dat er eigenlijk geen woorden voor zijn. Bergen, meertjes, valleitjes en geweldige vergezichten, prachtig!
Nu zijn we weer terug op de camping. Een mooie camping, maar we mogen er niet barbecueën. Geen probleem, want we zagen bij de slager hele mooie kalfschenkels liggen.
Nog nagenietend van de indrukken van vandaag, gaat zo’n sudderpotje met boterzachte kalfschenkels er natuurlijk goed in. Een soort (camping/improvisatie/eenvoudige) osso bucco, die smelt op de tong! Probeer het eens en maak het voor iemand die u dierbaar is. Deze zal u dankbaar zijn! 

Improvisatie/camping osso bucco
Ingrediënten voor 2 personen
500g kalfschenkels
2/3 blik gepelde tomaten
125ml witte wijn
125ml kippenbouillon
1 worteltje, kleingesneden
1 stengel bleekselderij, kleingesneden
½ ui, kleingesneden
1el bloem
Bosje tijm
Schil van 1 citroen
2 teentjes knoflook, gesnipperd
Bosje peterselie, blaadjes grof gehakt

Bestrooi de kalfschenkels met peper en zout en wentel door de bloem. Verhit olie in een stoofpan en bak de schenkels aan beide kanten aan. Haal het vlees uit de pan. Voeg zo nodig nog wat extra olie toe en fruit wortel, bleekselderij en ui circa 15 minuten op laag vuur, zonder het te laten kleuren. Voeg het vlees samen met de wijn, tomaat en kippenbouillon toe. Het vlees moet nu net onder staan. Voeg de tijm, peper en zout toe. Laat het met deksel op de pan, op een laag pitje, circa twee tot tweeënhalf uur pruttelen totdat het vlees van het bot valt en zeer zacht is. Haal, wanneer de saus nog wat te dun is, het laatste half uur (of iets korter) de deksel van de pan. Meng citroenschil met knoflook en peterselie en strooi over de saus. Serveer met brood, om lekker de saus mee op te slurpen!

woensdag 22 augustus 2012

(huis/camping) gerookte zalm

We zijn anderhalve week onderweg, maar we hebben al zoveel gezien en gedaan! Het voelt alsof we al veel langer van huis zijn. De Pyreneeën zijn echt prachtig en veel afwisselender dan ik had gedacht.  En de fietsen zijn dit jaar zeker niet voor niets meegegaan. De Col du Tourmalet laten we dan weliswaar voor wat hij is, maar we hebben (aangemoedigd door mensenhoge zonnebloemen met hun stralende lach) erg mooi en soms toch ook pittig gefietst. Dat fietsen maakt hongerig en dat komt goed uit! Want qua eten komen wij ook op vakantie natuurlijk niets tekort!
Een aantal klassiekertjes (oa. coq au vin en artisjokken) hebben de revue reeds weer gepasseerd en waar het kan, wordt de barbecue aangewakkerd. Vandaag op de barbecue (huis/camping) gerookte zalm.
Laat je er niet door afschrikken door het zelf roken. Er zijn weinig recepten zo eenvoudig als deze. De enige vereisten zijn een barbecue met deksel en houtsnippers (te koop bij diverse kookwinkels en tuincentra).

Gerookte zalmfilet
Ingrediënten voor 2 personen
2 (dikke) stukken zalmfilet met huid (ca. 200g/st)
Handje houtschilfers
Visrooster of stukje aluminiumfolie
Barbecue met deksel

Steek de barbecue aan en laat de kolen in circa 45 minuten goed heet worden. Week ondertussen de houtsnippers in een bakje water.
Bestrooi de zalm met zout en peper en klem in het visrooster of leg met de velkant op (een zo klein mogelijk stukje) aluminiumfolie.
Strooi de houtsnippers op de hete kolen en laat de vis circa 7 minuten (met de deksel op de barbecue, gaten in deksel open) roken.
Lekker met bijvoorbeeld veldsla.

zondag 19 augustus 2012

Barbecueën, nu het nog kan!

We zijn nog steeds in de Loire en hebben een (flinke) mooie fietstocht langs kastelen en door de wijnvelden gemaakt vandaag. Tja, zo’n fietstocht maakt hongerig. Na de Loire gaan we richting de Languedoc en Pyreneeën. Nou heb ik begrepen dat je hier uit brandgevaar op de camping vaak niet mag barbecueën. Dus moeten we het er nu nog maar even goed van nemen! In principe ben ik qua barbecueën niet meer echt van de liflafjes. Geen spiesjes of ander klein grut, maar liever flinke stukken vlees of vis.  Maar die franse worstjes (chipolata’s) zijn zo lekker, dus een uitzondering is zo gemaakt! Naast de chipolata’s hadden we ook lekker (zelf)gemarineerde speklapjes. Heerlijk (maar de volgende keer probeer ik het met een flink stuk buikspek)!

Gemarineerde speklapjes
Ingrediënten
4 speklapjes
2 el ketjap
2 el water
1 kleine el sambal (of minder als je van niet te heet houdt)
1 teentje knoflook, gesnipperd
Kneepje citroensap

Meng de ingrediënten voor de marinade en laat de speklapjes minimaal een uur, maar liever meerdere uren tot een nacht marineren.
Verhit de barbecue en grill de speklapjes regelmatig draaiend in circa 10 minuten gaar, lekker zacht en aan de hoekjes een beetje krokant.

maandag 13 augustus 2012

Gegrilde steak

Het voelt een beetje als verwaarlozing. Ik ben al 5 dagen op vakantie en ik heb nog geen receptje opgeschreven! En dat terwijl we al zoveel hebben gedaan, gezien en gegeten!
We zijn begonnen in de Loire en daar vielen we gelijk met onze neus in de boter! Een camping a la ferme, bij een wijnboer die lekkere wijntjes en geitenkaas verkoopt. Vakantie, wat een straf!
Onder het genot van één van zijn wijntjes hebben we hier genoten van een gegrilde steak (van een limousin-rund, hmmm).

Gegrilde steak
Ingrediënten voor 2 personen
1 steak of ribeye, ca. 350-400g
1 teentje knoflook, kleingesneden
Wat verse of gedroogde tijm
Scheutje olijfolie
Peper en zout.

Marineer het vlees in de knoflook, olie, tijm en peper en zout gedurende minimaal 1 uur.
Steek ondertussen de barbecue aan en laat ‘m gedurende 45-60 minuten gloeiend heet worden (neem hier echt de tijd voor, dat heeft de barbecue nodig en is ‘ie op zijn best!).
Grill het vlees 3-4 minuten per zijde (afhankelijk van de dikte en de gewenste roodheid). Lekker met salade of gegrilde groenten.

dinsdag 17 juli 2012

Citroenlimonade

Gezocht: een tijdelijk nieuw baasje. Betrouwbaar en niet terugdeinzend voor eventuele zure gassen die er worden geproduceerd. Voeden hoeft maar één keer per week, waarna graag even liefdevol doorroeren. Een halve dag laten rusten en daarna weer koel opbergen. Met pijn in mijn hart moet ik mijn zelfgekweekte en maanden trouw onderhouden symbiose van bacteriën en schimmels thuis achterlaten. Hoe moet dat nou met mijn zuurdesem als ik 3 weken op vakantie ga? Mijn arme zuurdesem zal verhongeren en versterven! Tja, meenemen is ook niet echt een optie (ik wil ook niet weten wat ermee zou gebeuren wanneer het 3 weken lang in een warme auto of tent staat te borrelen). Misschien is invriezen nog een optie? Een experiment, we zullen zien.
Dan nu nog een receptje van iets wat we zeker wel meenemen op vakantie. Een fles zelfgemaakte citroenlimonade. Geloof me, Wanneer je deze eenmaal hebt geprobeerd, haal je je neus op voor de limonade en frisdrank uit de supermarkt!

Citroenlimonade
Voor circa 500ml siroop:
Rasp en sap van circa 6 citroenen (of meer, je hebt 350ml citroensap nodig)
350g suiker

Verhit alles al roerende in een pannetje tot de suiker is opgelost. Laat nog een uurtje afkoelen en trekken. Schenk de siroop door een fijne zeef in een gesteriliseerde fles en laat verder afkoelen. Lekker met spa rood.

zaterdag 14 juli 2012

Ik ga op vakantie en ik neem mee – deel 2

Het is ruim op tijd, een week voor we op vakantie gaan, maar ik ben alweer druk aan het overpeinzen welke kruiden ik mee ga nemen op vakantie. We hebben een Opel Astra station (ja daar zijn we trots op, de hele zomer seinen en “thumbs up” naar onze mede-opel-astra-bezitters ;-)), maar het geeft wel veel ruimte. Een potje kruiden meer of minder maakt dus eigenlijk ook niet meer uit. Weet je wat, ik neem ze gewoon allemaal mee! Of bijna allemaal, want die garam masala  en sumak gebruik ik toch eigenlijk nooit… Nu dan nog maar even een restje yoghurt opmaken met een receptje dat ik op vakantie niet kan maken; yoghurtijs. Het komt gewoon uit een oud philipsboekje dat bij een oude ijsmachine van mijn moeder geleverd werd. Super simpel, maar een ijsmachine is wel handig (al voor ca. 15 euro te koop op marktplaats). Neem een lekkere vette yoghurt (bij voorkeus Griekse/Turkse yoghurt met 10% vet). Heb je toevallig alleen een restje 0% yoghurt, doe jezelf dan een lol, gooi weg en koop die vieze dunne zure bagger gewoon nooit meer. Grrrr.

Romig yoghurtijs
225ml yoghurt (dikke Turkse/Griekse, 10% vet)
100ml slagroom
70g suiker
10g vanillesuiker


Klop de slagroom met suiker en vanillesuiker lobbig. Meng met de yoghurt en schenk in de ijsmachine en bereid volgens de gebruiksaanwijzingen van de ijsmachine.
Schenk het mengsel, indien je geen ijsmachine hebt, in een diepvriesdoos en roer regelmatig door met een vork zodat er geen ijskristallen vormen.

dinsdag 10 juli 2012

Super zomerse salade!

De zon is weer verdwenen en volgens de weermannen en weervrouwen komt ‘ie voorlopig ook niet meer terug. Ach, ze zitten er wel vaker naast, dus wie weet. In de tussentijd moeten we het dan maar zelf zomers maken, zoals met deze heerlijk frisse zomerse salade. Watermeloen is op het moment volop verkrijgbaar, dus zonde om te laten liggen (want voor je het weet is de zomer (ik hoor u denken “welke zomer” ;-)) alweer voorbij!). Het is een recept van Nigella Lawson, waarin het zoete van de watermeloen uitstekend combineerd met het zoutige van de feta.  Koop wel even een lekkere vette feta en niet zo’n droge goedkope uit de supermarkt, hè. Een super salade voor als het zinderend heet is, maar ook goed te versmaden op een Oudhollandse natte zomeravond.

Watermeloen, feta en zwarte olijven salade
Ingrediënten voor 8 personen
1 rode ui, in halve ringen
Sap van 2 (sappige) limoenen
1,5kg watermeloen
250g feta (bij voorkeur dodoni)
Flinke bos platte peterselie
Bosje munt
4 el goede extra virgine olijfolie
100g lekkere zwarte olijven
Zwarte peper

Schenk het limoensap over de ui en laat even staan (zodat de ui niet meer zo scherp is).
Snijd de watermeloen in mooie (driehoekige), niet te kleine, blokjes en verdeel over een grote platte schaal. Haal de peterselieblaadjes van de steeltjes en verdeel (ongesneden, als een soort slablaadjes) over de watermeloen. Pluk de muntblaadjes van de steeltjes, snijd in grove plakjes en verdeel over de meloen. Verkruimel de feta over de meloen. Verdeel ook de olijven, ui en limoensap over de meloen. Schenk de olijfolie over de salade, maal er wat zwarte peper over en schep de salade om.
Lekker bij een barbecue of als voorgerecht.


woensdag 4 juli 2012

Fudge


Ik wilde al tijden een keertje fudge maken, maar het kwam er nooit van. Nu wel en het is de moeite waard. Lekker zoet voor bij de koffie of thee en in de koelkast zeker 2 weken houdbaar (maar die 2 weken zal het vast niet halen!). Het recept is afkomstig uit een Australische tijdschrift, “super food ideas”. De glucose-siroop is in Engeland en Australië gewoon in de supermarkt te koop, maar in Nederland helaas niet. Je kunt het makkelijk zelf maken door gelijke delen dextrose (wel in de supermarkt of apotheek verkrijgbaar) en water te verhitten en tot een stroperige consistentie in te laten koken. Je kunt het ook achterwegen laten en wat meer suiker of een beetje honing toe voegen.

Melk-chocolade fudge
1 blikje gecondenseerde melk
1 cup / 220g bruine suiker
2 el glucose siroop
125g boter, in blokjes
200g melkchocolade, in kleine blokjes
Vierkante bakvorm met een diameter van circa 20cm (of 2 cakevormen)

Vet de bakvorm in en bekleed de bodem met bakpapier. Wanneer je het bakpapier over de rand laat hangen, kun je de fudge er makkelijk uit tillen.
Verhit de melk, suiker, siroop en boter in een pannetje en laat al roerende 10 minuten opwarmen zonder te koken tot het glimt en de suiker is opgelost. Verhoog de temperatuur en laat al roerende 6-8 minuten koken tot een dikke en vrij stevige karamel. Haal de pan van het vuur, voeg de chocolade toe en roer tot alle chocolade gesmolten is. Verdeel de fudge over de bakvorm en laat zeker 6 uur opstijven in de koelkast. Bewaar de fudge ingepakt in plastic folie in de koelkast.
Snijd in blokjes en serveer bij een kopje thee of koffie.

zondag 1 juli 2012

Home-made ciabatta


Dit receptje heb ik overgehouden van de (geweldige) broodbakcursus die ik in februari heb gevolgd. Het is een erg makkelijk recept, maar je hebt er wel een keukenmachine bij nodig. Ideaal voor het weekend, zeker als je indruk wilt maken (of wanneer je iets goed te maken hebt). Vrijdag- of zaterdagavond het deeg maken en zaterdag- of zondagochtend het deeg uit de koelkast halen, een uur op kamertemperatuur laten komen (terwijl je rustig gaat douchen, de krant halen en een sinaasappeltje perst)  en dan de blits maken door in no-time je eigen home-made broodjes te bakken.

Home-made ciabatta
Ingrediënten voor 6-8 broodjes (afhankelijk van hoe groot je ze maakt)
500g bloem + extra
7g gedroogde gist
11g zout
350ml water (op kamertemperatuur)
30g olijfolie
1 grote plastic bak (of 2 kleinere) met deksel, ingevet met olie

Meng bloem, zout, gist (laat zout en gist niet direct met elkaar in contact komen, dat dood de gist) en 300ml water in de keukenmachine en kneed circa 6 minuten. Voeg vervolgens het resterende water toe en kneed nog 3 minuten. Voeg tenslotte de olijfolie toe en kneed nog een minuutje. Het deeg is behoorlijk vochtig, maar dat hoort zo.
Doe het deeg in de plastic bak (houdt er rekening mee dat het deeg zal gaan rijzen en het volume meer dan het dubbele zal worden), dek af met het deksel en zet circa 12 uur in de koelkast.
Haal de volgende ochtend het deeg uit de koelkast en laat gedurende een uur op kamertemperatuur komen. Warm ondertussen de oven voor op 250 graden. Indien je een pizzasteen hebt, kun je deze mee voorverwarmen (ik bak hier mijn brood altijd op).
Strooi een ruime hoeveelheid (rogge)bloem op het aanrecht. Stort hier het deeg op, bestrooi met wat (rogge)bloem en druk het met je handen tot circa 1 cm dik. Snijd de broodjes in de gewenste vorm.
Bak de broodjes circa 14-15 minuten. Laat een minuut of 10 afkoelen voordat je ze aansnijdt.