Dromen over koken enzo...

Iedereen heeft dromen. De ene droom is realistisch, de andere droom is daar verre van. Zoals de een ervan droomt om voetballer te worden, of een ander om actrice te worden, zo droom ik erover om culinair journalist te worden. Het is niet 100% onmogelijk, maar het ligt totaal niet binnen de verwachtingen. Met dromen mag dat. En zoals dat hoort bij dromen, heb ik ook een aantal helden die bij mijn droom horen. Om te beginnen, de Van Basten van de culinaire journalistiek; Onno Kleyn, de Goeroe! Op zijn culinaire schrijfkunst ben ik toch al wel enkele jaren een beetje verliefd. Een man die het begrijpt! Geen poespas, geen liflafjes of moleculair geëxperimenteer, maar degelijke goede en héérlijke gerechten. Daarnaast ben ik ook groot fan van Sylvia Witteman. Haar gerechten spreken me wat minder aan, maar de verhalen die zij schrijft des te meer. Wat een geweldige schrijfstijl, die mij keer op keer laat grinniken en lachen. En ten slotte, mijn absolute favoriet, mijn voorbeeld; Marcus Huibers. Niet alleen is deze man een culinair journalist met leuke verhalen waar ik mij helemaal mee kan identificeren, hij is ook nog hoogleraar in de psychologie! Wanneer hij in staat is om in zijn leven twee mooie werelden (de culinaire en de medische wereld) op deze manier te combineren, zou ik dat dan misschien, heel misschien, ook kunnen? Want voor iemand die droomt van een carrière als culinair journalist, loopt mijn carrièrepad toch in een iets wat andere richting. Na de middelbare school ben ik geneeskunde gaan studeren en ondertussen ben ik arts. Mijn beroep als arts zou ik absoluut niet in willen wisselen. Het is een mooi beroep en het past bij mij. Maar daarnaast is koken mijn grote hobby. Een dag niet gekookt, is een dag niet geleefd. In koken vind ik ontspanning. Na een drukke dag, werkt niets zo ontspannend als hakken, snijden en bovenal roeren in een pan. Ik houd van goede producten en walg van potjes, pakjes en kant-en-klaar. Daarnaast vind ik het heerlijk om na te denken over recepten die ik kan gaan maken. Ik verslind kookboeken en lees ze als een verhalenbundel. Op mijn nachtkastje ligt standaard een kookboek, waar ik voor het slapengaan altijd nog even een receptje uit lees. Ook de ochtend begin ik steevast met een recept, namelijk het recept in de krant. En naar aanleiding van bovenstaande helden, moge het duidelijk zijn welke krant ik lees. In mijn droom sta ik dan ook in dezelfde volkskeuken te koken als mijn helden. Maar ik ben nog jong en je moet ergens beginnen. Dus daarom heb ik besloten te beginnen met deze blog.

zondag 30 maart 2014

Gestoofde lamschenkels met gremolata

Met al die lieve lammetjes in de wei, zou je er bijna geen trek meer in hebben, maar hierbij een recept voor gestoofde lamschenkels met gremolata. Het is een receptje uit delicious magazine. Heerlijk zacht, van het bot vallend vlees, dat smelt op de tong.
 
Gestoofde lamschenkels met gremolata
Ingrediënten voor 4 personen
4 lamschenkels
1 ui, fijngesneden
1 venkelknol, in dunne plakjes
3 laurierblaadjes
3 takjes rozemarijn
2 tenen knoflook, geplet
1-2 tenen knoflook, zeer fijngesneden
4 takjes tijm
700ml lams- of kippenbouillon
150ml witte wijn
Rasp van 1 citroen
2 el fijngesneden (blad)peterselie
 
Verwarm de oven voor op 140 graden. Verhit in een ovenvaste braadpan olijfolie en braad de schenkels rondom aan. Haal de schenkels uit de pan. Voeg ui en venkel toe en schep ze om tot ze licht kleuren. Voeg laurier, rozemarijn, geplette knoflook en helft van de tijm toe en leg ook de schenkels weer in de pan. Kruid met peper en zout.
Schenk de wijn en bouillon erbij en verwarm tot het kookpunt. Leg de deksel op de pan en zet de pan 2½-3uur in de oven, tot het vlees zeer mals is.
Schep de schenkels in een schaal en dek losjes af met aluminiumfolie. Schep het teveel aan vet van het oppervlak van de saus, breng de saus opnieuw aan de kook en laat hem enkele minuten pruttelen.
Meng de fijngesneden knoflook, citroenrasp en peterselie en strooi over de schenkels. Serveer met knapperig brood of aardappelpuree.
 
 
 
 

zondag 23 maart 2014

Garnalencocktail

Het is weer tijd voor een ouderwets klassiekertje; garnalencocktail. Een aantal dingen zijn essentieel. Neem Hollandse garnalen en niet van die smakeloze Noorse garnalen, alias de waterbommen. Wil je het helemaal lekker maken, pel de Hollandse garnalen dan zelf. De ongepelde garnaal is smaakvoller en vaak ook groter en beter van structuur. Even zo belangrijk als de goede garnaal, is het dat je de saus zelf maakt. Het lijkt overbodig om te zeggen, maar ik zie menigeen ook nog kant-en-klare cocktailsaus serveren bij de barbecue, dus wie weet zijn er ook mensen die het over hun garnalen gooien (ik wordt al misselijk bij het idee!).

Garnalencocktail
Voorgerecht voor 2 personen
200g Hollandse garnalen
1 el (zelfgemaakte) mayonaise
1 el yoghurt
1 tl ketchup
Mini scheutje / vingerhoedje whisky

Meng mayonaise, yoghurt, ketchup en whisky. Breng de saus op smaak met peper,zout en zo nodig extra ketchup.
Meng net zoveel saus door de garnalen, tot jij de substantie goed vindt. Ik houdt van een vrij “droge” cocktail met niet teveel saus, maar smaken verschillen…
Serveer de cocktail op een bedje van sla en met enkele partjes (smaak)tomaat. (Of ga ècht old fashion en doe er grapefruit doorheen, al heb ik die combinatie zelf nooit begrepen.)

Ps. Let niet op dit kerstige tafelkleed, de foto is gemaakt tijdens onze wintersport.

zondag 9 maart 2014

Spinaziecannelloni met blauwe kaas en parmezaansaus

Vaak vind ik vegetarische pastarecepten zoals cannelloni of ravioli met spinazie een beetje lafjes van smaak. Dat moet toch beter kunnen dacht ik, en hier is het resultaat! Een beetje van delicious. magazine en een beetje van mezelf. 

Spinaziecannelloni met blauwe kaas en parmezaansaus
Ingrediënten voor 4 personen
3 tenen knoflook, fijngehakt
3 el pijnboompitten
800g wilde spinazie, schoongemaakt en bladen grof gesneden
25g roomboter
25g bloem
300ml melk
75g Parmezaanse kaas, geraspt
150g (milde) blauwe kaas, in blokjes
500ml passata di pomodoro
250g zelfgemaakte (of verse) lasagnebladen

Verwarm de oven voor op 180 graden. Verhit een scheutje olijfolie in een koekenpan voeg knoflook en handje voor handje de spinazie toe. Kruid met peper en een beetje zout en laat het blad op hoog vuur slinken en het vocht verdampen. Laat de spinazie een beetje afkoelen.
Smelt vervolgens boter in een sauspan. Voeg de bloem toe en bak 1 minuut mee. Haal de pan van het vuur en voeg in één keer de koude melk toe. Zet de pan terug op (laag) vuur en klop met een garde tot je een mooie gebonden saus hebt. Laat 50g Parmezaanse kaas in de saus smelten. Indien de saus te dik is geworden, kun je nog een scheutje melk toevoegen.
Meng 4-5 el saus en de blokjes blauwe kaas door de spinazie.
Schenk de tomatensaus in een ovenschaal. Leg de pastavellen op het werkvlak. Verdeel er de spinazie over en rol op. Leg de cannelloni tegen elkaar in de tomatensaus. Schenk de resterende parmezaansaus over de canneloni en bestrooi met de achtergehouden Parmezaanse kaas.
Bak de cannelloni in 25-30 minuten goudbruin en gaar. Rooster in de tussentijd de pijnboompitjes in een droge koekenpan. Bestrooi de cannelloni met pijnboompitjes en serveer.

zondag 2 maart 2014

Lamsrack met rozemarijn en knoflook

Ik ga op vakantie en neem mee… Nou nemen we al een heleboelmee wanneer we in de zomer gaan kamperen, maar wanneer we op wintersport gaan, nemen we nòg meer mee. Niet alleen moeten er nu kruiden, olie en azijn meegenomen worden, ik neem ook lekker vlees en vis mee. (En natuurlijk mijn creuset, want tijdens de wintersport staat tegenwoordig minimaal één avond een stoofpotje (bijvoorbeeld met varkenswangen) op het programma). Zo namen we dit jaar onder andere zalmfilet, varkenswangen, (paarden)rosbief en lamsrack mee. Die lamsrack was erg lekker en bereiden is een fluitje van een cent (vooral wanneer je over een vleesthermometer beschikt, dus ook die hebben we van huis meegenomen J).
 
Lamsrack met rozemarijn en knoflook
Ingrediënten voor 2 personen
1 lamsrack (of 2 wanneer jullie grote eters zijn)
Takje rozemarijn, naaldjes fijngesneden
Teentje knoflook, fijngesnipperd
Scheutje olijfolie
Klontje boter
Peper en zout

Kruid het vlees met peper, zout, knoflook en rozemarijn en laat gerust 1-2 uur afgedekt in de koelkast marineren. Haal het vlees uit de koelkast en laat op kamertemperatuur komen.
Warm de oven voor op 150 graden. Verhit boter en olie in de braadpan (bij voorkeur ovenbestendig) en braad het vlees rondom aan. Steek de thermometer in het vlees en laat in de oven garen tot een kerntemperatuur van 52 graden. Haal het vlees uit de oven en laat losjes met aluminiumfolie afgedekt nog 10 minuten rusten. Serveer bijvoorbeeld met salade en krieltjes.