Dromen over koken enzo...

Iedereen heeft dromen. De ene droom is realistisch, de andere droom is daar verre van. Zoals de een ervan droomt om voetballer te worden, of een ander om actrice te worden, zo droom ik erover om culinair journalist te worden. Het is niet 100% onmogelijk, maar het ligt totaal niet binnen de verwachtingen. Met dromen mag dat. En zoals dat hoort bij dromen, heb ik ook een aantal helden die bij mijn droom horen. Om te beginnen, de Van Basten van de culinaire journalistiek; Onno Kleyn, de Goeroe! Op zijn culinaire schrijfkunst ben ik toch al wel enkele jaren een beetje verliefd. Een man die het begrijpt! Geen poespas, geen liflafjes of moleculair geëxperimenteer, maar degelijke goede en héérlijke gerechten. Daarnaast ben ik ook groot fan van Sylvia Witteman. Haar gerechten spreken me wat minder aan, maar de verhalen die zij schrijft des te meer. Wat een geweldige schrijfstijl, die mij keer op keer laat grinniken en lachen. En ten slotte, mijn absolute favoriet, mijn voorbeeld; Marcus Huibers. Niet alleen is deze man een culinair journalist met leuke verhalen waar ik mij helemaal mee kan identificeren, hij is ook nog hoogleraar in de psychologie! Wanneer hij in staat is om in zijn leven twee mooie werelden (de culinaire en de medische wereld) op deze manier te combineren, zou ik dat dan misschien, heel misschien, ook kunnen? Want voor iemand die droomt van een carrière als culinair journalist, loopt mijn carrièrepad toch in een iets wat andere richting. Na de middelbare school ben ik geneeskunde gaan studeren en ondertussen ben ik arts. Mijn beroep als arts zou ik absoluut niet in willen wisselen. Het is een mooi beroep en het past bij mij. Maar daarnaast is koken mijn grote hobby. Een dag niet gekookt, is een dag niet geleefd. In koken vind ik ontspanning. Na een drukke dag, werkt niets zo ontspannend als hakken, snijden en bovenal roeren in een pan. Ik houd van goede producten en walg van potjes, pakjes en kant-en-klaar. Daarnaast vind ik het heerlijk om na te denken over recepten die ik kan gaan maken. Ik verslind kookboeken en lees ze als een verhalenbundel. Op mijn nachtkastje ligt standaard een kookboek, waar ik voor het slapengaan altijd nog even een receptje uit lees. Ook de ochtend begin ik steevast met een recept, namelijk het recept in de krant. En naar aanleiding van bovenstaande helden, moge het duidelijk zijn welke krant ik lees. In mijn droom sta ik dan ook in dezelfde volkskeuken te koken als mijn helden. Maar ik ben nog jong en je moet ergens beginnen. Dus daarom heb ik besloten te beginnen met deze blog.

maandag 19 december 2011

Home sweet home – part 2

Wilde ik 4 maanden geleden, na 6 weken kamperen, absoluut nog niet naar huis. Werd ik zelfs al chagrijnig van de gedachte terug naar huis te moeten gaan. Nu verheugde ik me er al weken op. Na negen weken zwerven is het zover; we zijn weer thuis!
Al is het nog een puinhoop en een stofbende, zit de helft van de inboedel nog in dozen, zijn we nog lang niet klaar met schilderen, lekt de douche en hebben we plots geen elektriciteit meer in de woonkamer (elektriciteit van de keuken zit op een andere groep, waarvoor halleluja!), mij kan niets gebeuren. Ik ben weer thuis in mijn eigen keuken!!!
Vanavond heb ik met niets en niemand rekening hoeven houden en kon ik voor de boodschappen rustig rondsnuffelen in mijn favoriete winkeltje in Lombok. Dat resulteerde in de volgende (vegetarische) lasagne.

Lasagne met paddestoelen, spinazie en aspergetips
Ingredienten voor 4 personen
350g kastanje champignons in plakjes (ik had gemengde paddenstoelen waaronder verse porcini!)
2 sjalotten, gesnipperd
1 teen knoflook, gehakt
1 bakje groene aspergetips, harde onderkant verwijderd
200g (wilde) spinazie, grof gehakt
12 verse of voorgekookte lasagnebladen
200g ricotta
Flinke snuf (versgeraspte) nootmuskaat (ik had zeker een halve)
Rasp van 1 citroen en een klein beetje sap
150g blauwe kaas (bijv. gorgonzola of danisch blue)
1 eidooier
100ml room of crème fraiche
3-4 (smaak)tomaten in blokjes
Scheutje olie om in te bakken en in te vetten
Scheutje lekkere extra vergine olijfolie

Warm de oven voor op 180 graden.
Verhit een scheutje olijfolie in de koekenpan en bak de aspergetips 2 minuten op vrij hoog vuur. Haal ze uit de pan en houdt apart. Verhit opnieuw een scheutje olijfolie en bak de paddenstoelen op vrij hoog vuur. Voeg na circa 2 minuten de sjalot en knoflook toe en zet het vuur iets lager. Voeg na enkele minuten de spinazie toe en laat de spinazie slinken. Zet het vuur uit en meng er de ricotta, nootmuskaat, citroenrasp en (beetje sap) doorheen. Breng op smaak met (flink wat) peper en zout.
Prak de blauwe kaas en meng met de eidooier en room.
Vet een ovenschaal in en doe hier de helft van het paddenstoelenmengsel en de helft van de aspergetips in. Leg hier de helft van de pastavellen op. Doe hier dan weer de rest van het paddenstoelenmengsel en aspergetips op en dek af met de rest van de pastavellen. Verdeel hier de kaassaus over. Zet de schaal ca. 25 minuten in de oven. Dek de bovenkant eventueel af met aluminiumfolie, indien deze te snel bruint.
Haal de schaal uit de oven, verdeel er de verse tomaat over en drizzle er nog wat lekkere olijfolie overheen.

woensdag 14 december 2011

Voor de huisbaas ;-)

Als je tijdelijk een nieuwe huisbaas hebt (bij je broer woont), moet je daar natuurlijk wel af en toe voor koken. Part of the deal. Geen probleem, maar wanneer je de rest van de avond kozijnen wilt schilderen is het wel handig als je er weinig omkijken naar hebt. Simpeler dan dit kàn niet, dus laat ik er niet meer woorden aan vuil maken dan noodzakelijk is.

Ingrediënten voor 4 personen
8 drumsticks
500g krielaardappelen in de schil, evt. grote exemplaren gehalveerd
Bol knoflook, teentjes gescheiden, in de schil, geplet
2 citroenen in partjes
2 rode uien, geschild en in parten
3 rode paprika’s, zaden verwijderd, in stukken
Handje zwarte olijven
Bosje verse rozemarijn
Flinke scheut olijfolie
Peper en zout

Warm de oven voor op 180 graden. Breng krieltjes met een bodempje water aan de kook. Kook de aardappelen 5 minuten en giet af.
Doe de drumsticks, aardappelen, uien en paprika in een kom, giet de olijfolie erover en meng zodat alles bedekt is met olie. Spreid dit uit over een met aluminiumfolie beklede bakplaat, maal er flink wat peper en zout over, verdeel de knoflook, citroen en rozemarijn tussen de rest van de ingrediënten. Schuif de bakplaat in de oven. Laat in  circa 45 minuten gaar worden. Schep halverwege een keer om. Voeg 5 minuten voor het einde de olijven toe en zet de oven de laatste 5 minuten op de grillstand.
Knijp voor het opdienen enkele teentjes knoflook uit hun jasje, knijp de citroen erboven uit, schenk er nog een scheutje lekkere olijfolie over en schep nog een laatste keer om.

vrijdag 9 december 2011

In Brabantse sferen

Door al de drukte met het schilderen van ons huis blijft er weinig tijd over om nieuwe receptjes uit te proberen. Vorig weekend waren we in verband met Sinterklaas echter in Brabant en konden dus de hele dag niet klussen. De uitgelezen gelegenheid om toch even een nieuw receptje te maken! Aangezien ik in Brabant was, leek het mij toepasselijk in de Brabantse sferen te blijven.
Home-made Brabantse worstenbroodjes (voor bij de soep), hmmmm! Het is een receptje van Rudolf, gevonden op de site van 24 kitchen. Ik heb me keurig aan het recept gehouden, maar vond de broodjes wat aan de grote kant. Dus een receptje van Rudolf, met een hele kleine aanpassing van mij:

Brabantse worstenbroodjes
Ingrediënten voor 10 worstenbroodjes:
Deeg
250 g bloem
6 g zout
70 g boter
10 g basterdsuiker
13 g verse gist of 1 zakje gedroogde gist
125 g melk
Vulling
450 g half-om-halfgehakt
1 beschuit
0.5 ei
zout
versgemalen peper
Flinke snuf (liefst versgeraspte) nootmuskaatpoeder
Extra nodig
1 ei (om het deeg te bestrijken)

Verwarm de melk tot handwarm. Meng alle ingrediënten voor het deeg en kneed het in 5-10 minuten tot een soepel deeg. Verdeel het deeg in bolletjes van circa 45 gram, dek af met plasticfolie en laat rusten terwijl je de vulling maakt.
Meng alle ingrediënten voor de vulling en rol in worstjes van circa 45 gram.
Rol de bolletjes deeg tot ovaaltjes. Leg de vulling in het midden, bestrijk de randen met het losgeklopt ei en vouw de broodjes dicht. Druk de naden goed dicht.
Leg de broodjes met de naad op een bakplaat bekleed met bakpapier. Laat 45 minuten rijzen.
Warm de oven in de tussentijd voor op 200 graden. Bestrijk de broodjes met het losgeklopt ei en bak ze in circa 30 minuten gaar en goudbruin.

P.s. Evelien, hier kom je niet onderuit. Dit móet je een keertje voor Bram gaan maken ;-).

maandag 28 november 2011

Samenraapseltje van restjes

De tijd vliegt voorbij. We zitten alweer in ons derde tijdelijke onderkomen! Zo richting de eindstreep wordt er steeds meer van onszelf verwacht (schilderen) en wordt de vrije tijd steeds schaarser. Hier dus snel een klein  receptje, een samenraapseltje van restjes dat we enkele weken geleden als onderdeel van onze laatste avondmaaltijd in ons eerste tijdelijke onderkomen aten.

Salade met rode biet, geitenkaas en walnoten

Ingrediënten voor 4 personen
1 zak veldsla
2 rode bietjes
125g geitenkaas
Handje walnoten, grof gehakt
2 el rode wijnazijn
6 el goede olijfolie
Peper en zout

Warm de oven voor op 200 graden. Smeer de bieten in met olie, leg ze op aluminiumfolie (glimmende zijde naar boven) of op een bakplaatje en laat ze onder af en toe keren in circa een uur in de oven gaar worden. Laat de bietjes een beetje afkoelen, verwijder de schil, snijd in blokjes, meng met de rode wijnazijn  en laat een kwartiertje staan.
Rooster de walnoten kort in een pan (zonder olie).
Meng in een kom de veldsla met de bietjes. Houdt de azijn achter en klop hier samen met de olijfolie, peper en zout een dressing  van. Meng de dressing door de sla. Verkruimel de geitenkaas over de sla en maak af met de walnoten. Serveer deze salade bijvoorbeeld bij (zalm)forel.

woensdag 23 november 2011

Doodeenvoudig, kost bijna niets en heerlijk hartverwarmend!

Gek, ik heb jaren gedacht dat ik niet zo dol was op hutspot. Ik heb het dan ook jaren niet gegeten. Mijn tafelgenoot heeft het wel altijd lekker gevonden en had er wel weer eens zin in. (Al heeft hij het niet over hutspot, maar over peestamp. Dat zal de Brabantse inborst wel zijn). Dus op verzoek (en omdat ik nog een halve winterwortel in de groentela had liggen)  heb ik maar weer eens hutspot gemaakt en ik heb het helemaal herontdekt! Doodeenvoudig, kost bijna niets en heerlijk hartverwarmend! Wij aten het met lekkere (half-om-half) gehaktballen in mosterdsaus, als kind kreeg ik het altijd voorgeschoteld met een gehakt-mosterdsaus, maar het kan natuurlijk ook goed met (varkens)braadworsten of met karbonaadjes. En niet van die bakken kant-en-klaar voorgesneden groenten kopen, hè. Gewoon even zelf choppen!
Ingrediënten voor 4 personen
700g aardappelen, geschild en in stukken
350g wortel, in blokjes
300g ui, grof gesnipperd
Een paar flinke klonten boter (niet te zuinig!)
Peper en zout
Zet de aardappelen, ui en wortel op met gezouten water. Kook circa 20 minuten tot de aardappelen gaar zijn. Giet af en laat op laag vuur nog even een beetje droogstomen. Voeg de klonten boter toe en stamp. Breng op smaak met peper en indien nodig nog een beetje zout.

zondag 20 november 2011

Een Spaans kippetje

Voor vandaag een eenvoudig en warm eenpansgerecht, ideaal voor de zondag (in een eenvoudig keukentje). Ik noem het Spaans, maar het is ontsproten uit een Hollands brein. Ik heb geen idee of ik het wel Spaans zou mogen noemen. Het is al ruim 12 jaar geleden dat ik voor het laatst in Spanje ben geweest, dus weet ik veel. Maar er gaat chorizo in en dan vind ik het al snel Spaans. Verder gebruik ik gerookte paprikapoeder. Dit geeft de saus een wat warmere en pittigere smaak, maar met gewoon paprikapoeder kan het natuurlijk ook. Mijn gerookte paprikapoeder is mild. Indien je de pittige variant gebruikt, moet je wellicht wat voorzichtiger te werk gaan en minder gebruiken.

Ingrediënten voor 4 personen
150g gedroogde kikkererwten (of een blikje voorgekookte)
4 grote kipkarbonades (met bot)
1 ui, gesnipperd
2 tenen knoflook
2 selderijstelen, klein gesneden
150g chorizo in blokjes
2tl gerookte paprikapoeder
Bosje tijm, alleen de blaadjes
1-2 laurierblaadje(s)
1-2 gedroogde chilipepertjes (afhankelijk van hoe pittig je het wilt hebben)
Scheutje worcestersaus
1 blik gepelde tomaten
500ml kippenbouillon
Schil van 1 citroen, geraspt
Bosje peterselie, fijngesneden

Indien je gedroogde kikkererwten gebruikt, laat deze dan een nacht in ruim water weken. Breng ze vervolgens in (nieuw) ruim water aan de kook, laat een uur op laag vuur koken en giet af. Gedroogde kikkererwten zijn wel veel lekkerder, dus dit is zeker de moeite waard!
Bak de kip in olijfolie rondom bruin en haal uit de pan. Giet het teveel aan vet uit de pan en voeg ui, selderij, knoflook en chorizo toen en bak totdat de groenten zacht beginnen te worden. Voeg de paprikapoeder toe en laat een minuutje meebakken, totdat de geur goed vrijkomt. Voeg de kip, tijm, laurier, bouillon, worcestersaus, tomaat en chilipeper(tjes) toe. Breng het geheel aan de kook en laat op laag vuur zachtjes in circa een uur gaar worden. Zet de deksel schuin indien de saus te nat blijft. Voeg de laatste 10 minuten de kikkererwten toe. Breng op smaak met zout en peper.
Bestrooi met citroenschil en peterselie en eet met lekker brood.

woensdag 16 november 2011

Wat vader niet lust, komt niet op tafel

Mijn vader houdt niet van bloedworst en niet van spruitjes.  Mijn moeder kookt graag voor een dankbaar publiek. Om deze reden heb ik vroeger als kind nooit bloedworst voorgeschoteld gekregen en werd er slechts zelden spruitjes geserveerd. In beide gevallen zonde! Aan de bloedworst zal ik mijn vader nooit krijgen, (schijnt een trauma te zijn. Ooit als jochie uit het Stadsie voor het eerst bij de schoonouders in het zuiden des lands blijven slapen en als ontbijt bloedworst geserveerd gekregen. Daarna heeft hij het nooit meer  willen eten...) maar spruitjes vallen wellicht nog te proberen.
Het gevaar met spruitjes is dat ze te lang gekookt worden. Beter kun je ze helemaal niet koken, maar bakken in een scheutje olie en vervolgens wat water aan de pan toevoegen om ze verder te laten garen. Neem bovendien niet van die bonken van spruiten, maar mooie ini-mini kleine exemplaren. Tenslotte zijn ze ook makkelijk op te leuken met wat spek en walnoten bijvoorbeeld. Dus mam doe je best en geef die vader van me spruiten (en zeg maar dat hij ze  van z’n dochter moet proeven).

Ingrediënten
200g spruitjes (hoe kleiner hoe beter)
40g ontbijtspek, in reepjes
1 sjalot, gesnipperd
30g walnoten, geroosterd en grof gehakt
Scheutje milde olijfolie
Paar takjes tijm, alleen de blaadjes
Ca. 75ml water
75-100g brie in blokjes
Scheutje goede extra vergine olijfolie
Versgemalen peper en zout

Bak de sjalot en ontbijtspek in een scheutje milde olijfolie enkele minuten op halfhoog vuur. Voeg de spruitjes toe en laat 2 minuten meebakken. Voeg water, tijm en peper en zout toe (wees voorzichtig met het zout, de spek is ook al zout), doe de deksel schuin op de pan en laat de spruitjes op halfhoog vuur in circa 5 minuten garen en het water verdampen. Voeg extra water toe indien het vocht te snel verdampt. Proef of de spruitjes gaar zijn (blijft afhankelijk van de grootte) en laat indien nodig nog wat langer op laag vuur verder garen. Pas op, de spruitjes moeten nog wel echt “bite” hebben! Doe alles over in een schaal en voeg de walnoten, brie en een scheutje goede olijfolie toe. Breng op smaak met peper en zout.

maandag 14 november 2011

Herfst in de lucht

De herfst zit in de lucht! Dat vraagt om warme kruiden, zoals bijvoorbeeld in bloedworst. Heerlijke vette en ietwat zoetige bloedworst! Lekker met rodekoolsalade, gebakken aardappeltjes (met home-made mayonaise natuurlijk) en gebakken appelpartjes, mmm!
Maar voor diegene die niet van bloedworst houden (of denken er niet van te houden en de benaming alleen al afschrikwekkend genoeg vinden (pussies!)) is rodekoolsalade natuurlijk ook lekker bij andere winterse kost. Dezelfde dressing kun je ook gebruiken voor witte kool of de misschien nog wel lekkerdere spitskool (dan gebruik ik geen rode wijnazijn, maar alleen natuurazijn).

Ingrediënten 4 personen
½ niet te grote rode kool in dunne sliertjes gesneden
1 sjalot, gesnipperd
3 el zonnebloemolie
1 el natuurazijn
½ el rode wijnazijn
Peper en zout

Doe de kool en sjalot in een schaal. Meng de dressing erdoorheen en breng op smaak met versgemalen peper en zout. Laat de salade nog een kwartiertje staan voordat je hem gaat eten.
Eventueel kun je er nog wat kleine blokjes appel aan toevoegen.

vrijdag 11 november 2011

Ik kan het toch niet laten…

Nu ik tijdelijk in Overvecht woon, had ik mij voorgenomen om het mezelf niet te moeilijk te gaan maken. Mijn boodschappen bij de Albert Hein aan de overkant van de straat te gaan halen en simpele gerechten op tafel (nou ja, een tafel hebben we op het moment niet) te zetten. Maar ik kan het toch niet laten. Voor mijn boodschappen ben ik deze week toch voornamelijk naar de bioslager, de bakker, de biowinkel, de kaasboer en toch ook nog maar even naar mijn favoriete winkeltje in mijn eigen buurt gegaan (ik moest toch even gaan kijken hoe het er met de verbouwing voor stond). En ik ben een leuk receptje tegen gekomen, dus bij alleen simpele recepten is het ook niet gebleven.
Ik kan, zeker als ik een avondje alleen thuis ben, urenlang op internet surfen op zoek naar leuke nieuwe receptjes en onlangs heb een leuke en voor mij nieuwe kook-site ontdekt: www.goodfood.com. Voor de kookliefhebber echt een aanrader! Gisteren heb ik meteen een recept van deze site geprobeerd (en een beetje naar eigen hand gezet, dat wel). Een lekker herfstig en vegetarisch recept. Als je echt een vlees-addict bent zou je eventueel kip toe kunnen voegen, maar het is zonder vlees zeker een volwaardig recept.

Ingrediënten voor 2 personen
1 klein pompoentje
2 scheutjes olijfolie
1 teen knoflook geplet
1 teen knoflook fijngehakt
15g gedroogde porcini geweekt in een kopje warm water
Handje verse tijm
200ml slagroom
1 laurierblad
Klein bosje peterselie, blaadjes grof gehakt.
100g gorgonzola
200g gemengde paddenstoelen (ik had cantharellen, oesterzwammen, een boleet en kastanjechampignons)
50g wilde rijst
50g basmatirijst
Een handje gemengde noten, gehakt
Warm de oven voor op 180 graden. Snijd het kapje van de pompoen. Verwijder de pitten en draden. Hol de pompoen uit met een lepel, maar laat 1 cm vruchtvlees aan de randen zitten. Snijd het uitgelepelde vruchtvlees in kleine stukjes. Wrijf de pompoen aan de binnen- en buitenzijde in met olijfolie. Stop de helft van de tijm en de geplette teen knoflook in de pompoen. Zet de pompoen 30-40 minuten op een bakplaat in de oven tot deze gaar is.
Kook in de tussentijd de rijst volgens de verpakking gaar (ik neem anderhalf keer het volume aan vocht, breng het aan de kook en laat het op zo laag mogelijk vuur in circa 13-15 minuten gaar worden).
Meng de room met de laurier, de helft van de overgebleven tijm, helft van het paddenstoelenvocht en de grof gehakte porcini en laat circa 10 minuten inkoken. Laat vervolgens de gorgonzola erin smelten, breng op smaak met zout en peper en laat eventueel verder inkoken tot de gewenste dikte.
Bak de paddenstoelen met de fijngehakte knoflook, achtergehouden tijm en de uitgelepelde pompoen in scheutje olijfolie op halfhoog vuur in circa 5 minuten gaar. Breng op smaak met peper en zout en meng de peterselie erdoor heen.
Vul de pompoen met paddenstoelen. Rangschik de rijst rondom de pompoen en strooi de gemengde gehakte noten over de rijst. Schenk de saus over de paddenstoelen. Garneer met nog wat extra gehakte peterselie. Hmmmmmmmm!

maandag 7 november 2011

Zondagbrood

Van ruime gezinswoning in een vinexwijk naar een (mannelijke) vrijgezellenstudio vier hoog in Overvecht. En al ben ik zelf niet bepaald het poets-vrouwtje, dit onderkomen is zelfs voor mij her en der wat plakkerig. Maar je mag een gegeven paard niet in de bek kijken. Het heeft een bed en een douche en is dus sowieso beter dan onze eigen woning op dit moment.
Wat ik wel echt mis, is een oven. Gisteren was de eerste zondag sinds de zomervakantie dat ik geen soda-brood heb gebakken. Soda-brood is een stevig brood, lekker met bijvoorbeeld kaas of jam en het huis gaat er heerlijk (beetje zoetig) van ruiken. Daarnaast hoeft het niet te rijzen en is het dus zo klaar. Ideaal voor zondag!
Met de soorten en verhoudingen meel en bloem kun je variëren. Ik doe meestal maar waar ik zin in heb en varieer vaak met volkorenmeel, volkorenbloem, speltmeel, speltbloem en roggemeel (goed verkrijgbaar bij biologische supermarkten). Bakingsoda kun je soms bij Turkse of Marokkaanse winkels of bij de Toko kopen, maar anders kun je het ook als “zuiveringszout” kopen bij de Etos. Gebruik geen bakpoeder. Hierin zit naast bakingsoda ook andere toevoegingen, waardoor je niet hetzelfde resultaat zult krijgen.
Tenslotte nog enkele adviezen, zodat het niet meer kan mislukken; werk vrij snel en maak het deeg vrij vochtig. Brood is een levend produkt en maak je dus met je handen. In de keukenmachine zal het vast en zeker mislukken.

Ingrediënten voor 1 sodabrood
250g bloem, plus wat extra
175g volkorenmeel
75g roggemeel (erg lekker voor de smaak, maar evt. ook te vervangen voor volkorenmeel)
½ tl zout
1 tl bakingsoda
Ca. ½ l karnemelk
Stuk bakpapier

Warm de oven voor op 200 graden. Meng in een kom alle droge ingrediënten. Meng hier 400ml karnemelk door. Voeg vervolgens voorzichtig meer karnemelk toe, tot je een samenhangende iets plakkerige bal hebt. Pas op, de hoeveelheid karnemelk die je nodig hebt, is afhankelijk van de luchtvochtigheid en altijd weer anders. Voeg dus niet in één keer alle karnemelk toe, maar kijk al roerende hoeveel je nodig hebt.
Strooi wat bloem op je werkblad. Stort hier het deeg op en draai het met twee handen door de bloem tot je (min of meer) een bol hebt gevormd die rondom bedekt is met bloem. Je hoeft het deeg niet te kneden en de bol mag er best een beetje rustiek uitzien.
Leg het deeg op het bakpapier, snijd met een mes een kruis in de bovenzijde en leg het op een rooster in de oven. Bak 20 minuten in de oven, verwijder het bakpapier en bak het brood nog circa 20 minuten. (je kunt het ook gewoon op de bakplaat bakken, maar ik vind dat de bodem dan niet goed genoeg gaart). Haal het brood uit de oven en klop op de onderkant. Klinkt het brood hol, dan is het klaar.
Dit brood is het lekkerste op de dag dat je het gebakken hebt (na een dag is het geroosterd ook nog lekker).

donderdag 3 november 2011

Some like it hot!

Chili con carne smaakt heerlijk als het buiten koud of nat is, maar gelukkig smaakt het ook goed in de zomer of lente. Dus geen probleem wanneer het November is en de temperatuur meer doet denken aan de lente. Daarnaast is het erg makkelijk en snel, wel zo handig wanneer je huis verbouwt wordt, je moet verhuizen van je ene tijdelijke onderkomen naar het volgende en je auto het heeft begeven.
I like it hot, dus ik voeg er graag nog wat rode peper aan toe (maar mijn tafelgenoot houdt van mild, waardoor ik het doorgaans toch maar achterwege laat). Verder vindt ik het lekker wanneer er in verhouding vrij veel bonen in zitten, maar je kan er natuurlijk ook wat minder bonen of wat meer vlees in doen. Je kunt ook gedroogde bonen gebruiken, maar voor dit gerecht vind ik dat niet zoveel uitmaken. Tenslotte kun je ook variëren, vervang bijvoorbeeld eens 1 blik bonen voor kikkererwten.

Ingrediënten 6 personen
600 g rundergehakt
2 blikken tomatenblokjes van 400g
2-3 tl chilipoeder (afhankelijk van hoe pittig je het wilt hebben)
1 flinke tl komijn
Klein snufje kaneel
2 el tomatenpuree
2 blikken kidneybonen van 400g
1 blik bruine bonen van 400g
1 ui, gesnipperd
2 tenen knoflook, fijngesneden
2-3 rode puntpaprika’s
1 blikje mais
1 bosje koriander, blaadjes grof gesneden.

Verhit een scheutje olie in de pan. Fruit de ui en knoflook enkele minuten aan. Voeg het gehakt toe en bak rul. Voeg de chilipoeder en komijn toe en bak een minuutje mee. Voeg nu de overige ingrediënten behalve de koriander toe en breng aan de kook. Laat het ca. 10 minuten op laag vuur met de deksel op de pan pruttelen. Breng op smaak met zout en proef of er nog meer chilipoeder of komijn bij moet. Serveer met de korianderblaadjes, een flinke klodder Griekse yoghurt of crème fraiche en eventueel met rijst (maar ik vind dat niet nodig). Ook lekker voor erbij: avocado-salsa (met bijvoorbeeld avocado, rode ui in halve ringen, rode peper, limoensap, azijn, olijfolie en koriander).
En heb je een restje over? Ook heel lekker in een wrap met wat avocado, tomaat, koriander en een paar klodders yoghurt, hmmm!

zondag 30 oktober 2011

Pleidooi voor roomboter!

Nou verveel ik me niet erg snel, maar tegenwoordig hoef ik me ècht nooit meer te vervelen. Sinds 1 oktober heeft de Nederlandse televisie namelijk een kook-zender. Jeej, 24 uur per dag kookprogramma’s op tv. Engeland heeft Nigella en Jamie Oliver, Belgie heeft Jeroen Meus (dagelijkse kost), maar wij hebben Rudolf… Ach ja, gelukkig niet meer met die irritatie opwekkende Peppi en Kokki (Carlo & Irene). Waar ik me nu alleen wel aan erger is het veelvuldig gebruik van margarine. Een kok die bakt of braadt met margarine, daalt in mijn achting. Sorry, hierin moet ik streng zijn! Geef me één goede reden om te bakken of braden met margarine. Ik kan je wel redenen geven waarom je het niet doet. Ten eerste gebruik je geen margarine voor de smaak. Bakken of braden met margarine is echt veel minder lekker. Ten tweede hoef je het ook niet te doen vanuit een gezondheidsaspect. De bereiding van margarine is een chemisch proces waarbij transvetten ontstaan en transvetten zijn (zeker na verhitting) niet goed voor je. Transvet verhoogt het cholesterolgehalte in je bloed en verhoogt het risico op hart- en vaatziekten. Hoewel de hoeveelheid transvet in margarine om deze reden sinds 1995 enorm is teruggebracht, bevat margarine nog steeds transvet. Denk dus niet dat je door (harde) margarine te gebruiken nou veel gezonder bezig bent! Het gebruik van dieetproducten vind ik sowieso een achterlijk idee. Als je het mij vraagt gaat het om kwaliteit en niet om kwantiteit. Ik neem liever iets minder van iets wat echt lekker is, dan meer van iets dat minder lekker is. Dit lijkt logisch, maar ik geloof dat de ballans hierin in de (westerse) wereld steeds verder zoek raakt. Daarnaast is roomboter niet slecht voor je (het bevat ook vitamines en calcium). Het wordt pas slecht voor je wanneer je er (zoals met alles) teveel van binnen krijgt. Gooi de margarine dus in de kliko en gebruik voortaan weer roomboter! (Of bak, wanneer dat in het gerecht beter past, in olie.)
Zo, van al dit schrijven over roomboter heb ik trek gekregen in één van mijn old-time favorites; (Room)boterkoek! Dit gerecht maakte ik als kind regelmatig op zondag, want het is lekker, de ingrediënten waren altijd in huis en het is ontzettend eenvoudig! Het recept komt oorspronkelijk uit een oud oven-kookboekje van mijn moeder.

Ingrediënten voor 1 boterkoek
250 gram bloem
225 gram boter
150 gram witte basterdsuiker
Desgewenst el vanillesuiker of een klein scheutje vanille-essence
Mespunt zout
1 losgeklopt ei
Boterkoekvorm met een diameter van ca. 20cm

Verwarm de oven voor op 200 graden. Beboter de vorm.
Doe de bloem, suiker en zout in een kom. Voeg de boter toe en snijd deze met 2 messen tot kleine stukjes en kneed alles met een koele hand door elkaar tot een gelijkmatig deeg. Druk dit uit in de boterkoekvorm. Bestrijk het deeg met ei en teken er eventueel met een mes een ruitpatroon op.
Plaats de vorm op een rooster in het midden van de oven en bak 20-25 minuten, totdat deze mooi goudbruin is.
Neem de koek uit de oven en druk met de bolle kant van een lepel op het enigszins gerezen gebak om dit steviger te maken.

woensdag 26 oktober 2011

Pasta “easy peasy”

Van huis en haard ontheemd (nou ja, meer van huis en KEUKEN). Met angst- en paniekklachten (hartkloppingen, hyperventilerend, zweetaanvallen, licht in het hoofd, tintelingen en ga zo maar door) heb ik de deur achter me dichtgetrokken, want hoe moet dat nou de komende tijd?
Ik heb weer afstand moeten doen van mijn keuken, mijn kruiden, mijn pannen, mijn keukenmachine, mijn oven, mijn kookboeken, mijn vriezer, mijn lekkere olie en de rest van mijn voorraadkast. Ach,  die kookzorgen leiden lekker af van wat er werkelijk spannend is, want letterlijk gaat het dak eraf, wordt er een verdieping op het huis gebouwd en krijgen we een nieuwe badkamer.
Tja en als je weinig in huis hebt, kun je altijd nog aan de pasta “easy peasy”. Deze pasta eten wij vaak op vakantie na een lange dag reizen. Alle ingrediënten zijn in de supermarkt te koop (al is dat eigenlijk niet waar, want probeer daar maar eens goede parmezaan en goede pasta te vinden) en al is dat tegen mijn principes, af en toe is dat wel handig. Het lijkt op pasta carbonara, maar dan met champignons en met room (volgens een van mijn kookgoeroe’s, Onno Kleyn, is dat uit den boze). Een van de hoofdingrediënten voor de saus is pasta-kookvocht. De room zou je kunnen vervangen voor bijvoorbeeld een beetje crème fraiche, de champignons zou je achterwege kunnen laten. Pasta-kookvocht is echter essentieel en niet te vervangen door water of bouillon. Doordat de pasta erin gekookt heeft bevat het zetmeel en dat zorgt voor wat binding.

Ingrediënten 4 personen
300g spaghetti (wij nemen altijd wat minder, want wij zijn niet zulke grote eters)
2 sjalotten, gesnipperd
250g champignons in plakjes
100g ontbijtspek in reepjes
125ml slagroom
4 eidooiers
80 g Parmezaanse kaas geraspt en voor de liefhebber nog wat extra
Peper en zout

Breng water aan de kook voor de pasta. Verhit een scheutje olie in de pan en fruit de sjalotten en ontbijtspek even aan. Voeg de champignons toe en bak alles op halfhoog vuur. Kook ondertussen de pasta. Voeg wanneer de pasta bijna klaar is slagroom toe aan het spek- en champignonnenmengsel en warm even door. Haal de pan van het vuur en meng de Parmezaanse kaas door de saus.
Giet de pasta af, maar houdt een kopje kookvocht apart.  Voeg de pasta met een scheut kookvocht toe aan de saus. Meng de eidooiers door de pasta, meng er lekker wat versgemalen peper door en voeg zo nodig nog wat extra kookvocht toe.

zaterdag 22 oktober 2011

Een beetje van mezelf en een beetje van Mamma!

Ik heb een passie voor koken, dat moge duidelijk zijn. Deze hobby en passie is niet plotseling aan komen waaien, maar deze passie is er bij mijn op-voeding ;-) vanaf het begin af aan met de paplepel ingebracht!
De grootste hobby van mijn moeder is… koken! En zoals iedere kok heeft ook mijn moeder een aantal klassiekers, recepten die aan een volgende generatie worden doorgegeven; hachee, zuurvlees (ze komt nou eenmaal uit Maastricht), bavarois (en dan niet zo’n soort van rubberachtig toetje wat ze je in diverse eetcafé’s en slechte restaurants voorschotelen, maar een lekker romig dessert) en bijvoorbeeld tomatensoep. Dit laatste recept is doodeenvoudig, dus je hoeft vanaf nu nooit meer soep uit pak (zogenaamd vers) en al he-le-maal nooit meer soep uit blik te kopen.
Doorgaans worden schenkels gebruikt om soep van te trekken. Ik gebruik echter liever lamsnek (met een werveltje erin). Ik woon sinds mijn studententijd in de wijk Lombok  en hier is lamsnek beter verkrijgbaar (en goedkoper) dan runderschenkel. Sinds ik tomatensoep met lamsnek geprobeerd heb, wil ik eigenlijk niet meer anders. Het geeft nèt even wat meer pit aan de soep.
Mijn moeder maakt de soep vaak met gehaktballetjes, want dat vindt mijn vader lekkerder. Over smaak valt niet te twisten, maar misschien hadden mijn grootouders destijds toch gelijk toen ze zeiden “hae heet gein sjmaak” (te lezen met Limburgs accent).
En als je toch wat aan de luie kant bent, kun je de soep natuurlijk ook met alleen een bouillonblokje maken en de bouillon niet trekken van een schenkel. Dat is nog altijd veel beter dan die rommel uit de supermarkt!

Ingredienten:
1 schenkel met soepvlees / 500 g lamsnek
3 blikken tomatenblokjes
Ca. 3 runderbouillonblokjes
50g boter
3-4 volle el bloem
Peper

Zet de schenkel of lamsnek op met een halve liter water (zo nodig meer, maar in ieder geval totdat het vlees onder staat), breng aan de kook en laat op laag vuur 2-3 uur langzaam trekken. Haal het vlees uit de pan (dit zal nu van het bot vallen) en pluk/snijd het in kleine stukjes.
Verhit in een andere pan (de soeppan) de boter en voeg wanneer deze gesmolten is de bloem toe. Laat de bloem op laag vuur 1-2 minuten bakken. Voeg vervolgens onder voortdurend roeren één voor één de blikken tomatenblokjes toe. Warm het geheel goed door. De soep zal nu waarschijnlijk erg dik zijn. Voeg nu zoveel getrokken bouillon toe, totdat de soep voor jou de juiste consistentie heeft (de één zal wat meer en de ander wat minder vocht toevoegen). Voeg de bouillonblokjes toe (hoeveel hangt af van de hoeveelheid vocht die je hebt toegevoegd, pas op dat het niet te zout wordt) en laat ze oplossen in de soep. Breng de soep al roerende aan de kook, voeg het vlees toe en breng op smaak met peper.
Indien je nog wat bouillon overhoudt, kun je dit natuurlijk goed invriezen. Dan ben de volgende keer nog sneller klaar!

maandag 17 oktober 2011

Eten wat de pot schaft!

Morgen vertrekken we naar de Elzas en vandaag hebben we ons verblijf in Italië waardig afgesloten! In de loop van de ochtend zijn we met de auto de berg opgereden, hebben we bij een klein bergmeertje de auto geparkeerd, de bergschoenen aangetrokken en zijn in een kleine anderhalf uur naar het enkele huizen tellende gehucht “Vetan-Dessous” gelopen (dit dorpje is overigens ook prima met de auto te bereiken, maar gezien de lunch die we genoten hebben, was het een zegen dat we nog anderhalf uur terug moesten lopen!). In dit dorpje zit een restaurantje “Vetan” genaamd en hierover hadden we in Piemonte gelezen, in een slowfood-restaurantgids (nou ja, gelezen is een groot woord aangezien die gids natuurlijk in het Italiaans was… Maar dat het restaurantje erin vermeld werd was voor ons informatie genoeg). Niet wetende wat we konden verwachten stapten we het kleine familierestaurantje binnen. Het bestond eigenlijk meer uit twee woonkamers; één ingericht als bar en de andere ingericht als restaurant. Bij binnenkomst werden we vriendelijk onthaald en vertelde de gastvrouw ons dat zij “enkele” antipasti had gemaakt en “of we alles aten?”. Hierop volgde natuurlijk een tweestemmig en volmondig “JA”! Dus dat werd ouderwets eten wat de pot schaft. Gewapend met een karaf water en een fles (etiketloze) rode tafelwijn konden we beginnen; huisgemaakte worsten (waanzinnig lekker!), lardons (typisch voor de streek, alleen het witte gedeelte van de spek. Klinkt niet erg lekker, maar smaakte goed) en wat ingemaakte groenten. Vervolgens werd dit aangevuld met nog tig andere gerechtjes (kaas, diverse groente, van alles…). Was dit allemaal alleen nog maar de antipasti? Jawel! Want ons bordje werd afgehaald (bestek moesten we houden) en wat volgde was de primi; een zware maar smakelijke regionale broodsoep. Ondertussen hadden wij duidelijk het eettempo van buitenlanders, want we raakten behoorlijk achterop bij de Italianen om ons heen. Hierdoor konden we wel zien wat we nog in het vooruitzicht hadden:  twee vleesgerechten (één heel lekker soort van zuurvleesgerecht en een heerlijk zacht gerecht met kalfsvlees) met twee bereidingen polenta (ik weet dat veel mensen denken dat zij hier niet van houden, maar wacht maar tot ik jullie op een herfstige of winterse avond bekeer met mijn polenta-met-worst-recept!). Op dit moment was alle rek uit mijn maag verdwenen en moest ik met spijt de ‘dolce’ en het fruit uit eigen tuin afslaan, maar mijn dappere reisgezel koos nog voor een lekkere home-made hazelnootpudding.
Aan dit etentje zal ik nog vaak met een glimlach terugdenken! Slechts 55 euro lichter zijn we met de drank in onze benen achter onze pens aan terug naar de auto gelopen.
Nu dan, ter nagedachtenis aan de heerlijke secundo het ongetwijfeld minder lekkere, doch smakelijke ossobucogerecht wat ik een weekje geleden op de camping heb gemaakt.

Ruime portie voor 2 personen:
Ca. 450g kalfsschenkel (of pingschenkel zoals bij mijn bioslager, iets ouder, maar ook errûg lekker)
1 el bloem
½ blik tomatenblokjes
1 el tomatenpuree
Kleine wortel, kleingesneden
1 teentje knoflook, fijngehakt
½ ui, kleingesneden
1 stengel bleekselderij kleingesneden
250 ml bouillon (kip/kalf)
200ml witte wijn
1 laurierblad gekneusd
Paar takjes tijm
Bosje peterselie (steeltjes opgebonden en gescheiden van de blaadjes)
Rasp van 1 citroen
1 teentje knoflook fijngehakt

Warm de oven voor op 160 graden. Wentel het vlees door de bloem en schud de overtollige bloem eraf. Verhit olie in de stoofpan en bak het vlees rondom bruin. Haal het vlees uit de pan en bak de (kleingesneden) groenten en knoflook in 10 minuten zachtjes aan. Voeg de tomatenpuree toe en bak 1-2 minuten tot het zoetig geurt. Leg het vlees weer in de pan en voeg de tomatenblokjes, wijn, bouillon, laurier, tijm en steeltjes van de peterselie toe. Breng aan de kook en zet de pan in de oven en stoof het vlees in circa 2 uur gaar. Indien de saus nog wat te vochtig is kun je de deksel er tegen het einde ook even vanaf halen.
Maak ondertussen de gremolata: meng citroenrasp met knoflook en een handje fijngehakte peterselieblaadjes.
Dien het gerecht op met lekker knapperig brood!

woensdag 12 oktober 2011

Als ik denk aan Piemonte…

Vandaag hebben we de warmte van Piemonte alweer achter ons gelaten en zijn we (via een culinaire stop in Turijn) in de bergen van Aosta aanbeland. Maar als ik denk aan Piemonte loopt het water me weer in de mond! Piemonte is het epicentrum van de slow-food. Tja, dan moet je het ervan nemen niet waar?! Dus hebben we op de camping eerst de Michelin-trattoria-gids en slow-food-gids doorgespit en zijn we vervolgens gistermiddag en vandaag uit eten gegaan. Geen poespas, maar goede producten en eenvoud tegen een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding! En vanmiddag resulteerde dat onder andere in een heerlijke pasta met courgettebloemen. Jammer dat die bloemen (voor mensen zonder moestuin) in Nederland zo slecht te krijgen zijn (terwijl ze hier gewoon in de supermarkt liggen!).
Maar voor nu een receptje dat we gisteravond zelf (in Piemonte) hebben gemaakt; kuikentjes van de barbecue met salie (de camping stond namelijk VOL met salie!).

Ingrediënten 2p.
2 piepkuikens
1 citroen, schil geraspt en doormidden gesneden
1 teen knoflook in plakjes
1 teen knoflook geplet en doormidden gesneden
Handje verse salieblaadjes (of een ander kruid, bijv. tijm of rozemarijn)

Verhit de barbecue (of de oven op 200 graden). Maak met je handen de huid wat los van de kuikentjes en prop de citroenrasp, een aantal salieblaadjes en de plakjes knoflook onder de huid. Prop vervolgens in de buikholte van iedere kuiken een halve citroen, een halve knoflookteen en de rest van de salie. Wrijf de huid in met peper, zout en een beetje olijfolie.  Gril de kuikens circa 35-40 minuten op de barbecue (of in de oven (waarbij de laatste 5 minuten op de grillstand)).
Wij aten er verse eekhoorntjesbrood bij, want die kon ik in de supermarkt niet laten liggen en hele kleine (en dus des te smaakvollere) gegrilde courgette.
En mocht je nog wat vlees overhouden dan kun je daarmee de volgende dag een lekkere sandwich maken, met bijvoorbeeld wat (zelfgemaakte) mayonaise, uitgebakken plakje ontbijtspek, tomaatje en een blaadjes sla.

zondag 9 oktober 2011

Misdaad, pure misdaad!

Als ik uit eten ga, wil ik graag geïnspireerd worden of op zijn minst net zo lekker eten als thuis. Geïnspireerd ben ik in Italië tot nu toe zeker en vaak juist met de eenvoudigste gerechten. Vandaag ben ik in Toscane uit eten geweest. Het restaurant was op aanraden van iemand anders en hoewel het in een toeristisch plaatsje was, zaten er (naast toeristen) ook Italianen te eten. De antipasti waren nog wel okee (niet goed, maar ook niet heel slecht), maar de primo (twee verschillende gnocchi) waren ronduit SLECHT. De gnocchi van mijn reisgenoot was zogenaamd met gorgonzola, peer en walnoten. In de praktijk was het een of ander prefab sausje met sporen van walnoot en peer, maar er was in de verste verte geen gorgonzola te bekennen. Om over mijn gnocchi nog maar te zwijgen. Gelukkig hadden we niet ook nog een secundo besteld! Nee ik hoef geen formaggi, geen dolce en geen koffie meer. Ik wil de conto en hier héél snel weg! In een land dat rijk is aan zoveel mooie producten en gerechten, is het wat mij betreft een ware misdaad om zo slecht (smerig!) te koken. Dat zou beboet moeten worden!
Nee, dan denk ik liever terug aan de lunch van gisteren. Niet Italiaans, wel eenvoudig en lekker; salade nicoise.

Ingrediënten 4p
400g harricoverts (of boontjes)
3 Aardappelen
1-2 sjalotjes fijngesneden
12 ansjovis-filet
Handje zwarte olijven
1-2 blikjes tonijn op olie
4 smaaktomaten in blokjes
4 eieren
Vinaigrette (6el olijfolie, 2 el witte wijnazijn, 2 tl mosterd)

Schil de aardappelen, snijd ze in blokjes en kook ze gaar.
Dop de boontjes, snijd ze doormidden en kook ze beetgaar. Spoel de bontjes af onder koud water, zodat ze knapperig en mooi groen blijven.
Kook de eieren (net) hard, pel ze en snijd ze in vieren.
Maak de vinaigrette door eerst de azijn, mosterd, peper en zout te mengen en er vervolgens de olijfolie door te kloppen. Ik vind het lekker als de vinaigrette wat aan de zure kant is, dus ik gebruik vaak ietsje meer azijn.
Meng de lauwe aardappelen, de boontjes, sjalot, olijven, tomaten en dressing. Verdeel de tonijn en ansjovis over de salade.
Eventueel kun je nog wat sla of rucola toevoegen.

dinsdag 4 oktober 2011

Fijn, supermarkt-konijn!

Wat is het toch heerlijk dat ze hier in Italië (net als in Frankrijk of Spanje) in de supermarkt konijn verkopen! Nou verkoopt de Marokkaanse slager bij mij om de hoek ook konijn, maar het voordeel hier in Italië is dat je ook alleen twee poten kunt kopen in plaats van altijd het hele konijn. Want als je het mij vraagt geven die achterpoten toch altijd het lekkerste vlees (ook bij de kip ben ik geen groot fan van de filets, in plaats daarvan gebruik ik in bijvoorbeeld een wokgerecht of saté veel liever ontbeende kippendij. Het is veel sappiger, in de bereiding komt het met de tijd niet zo nou en het is nog goedkoper ook (als je tenminste geen kiloknaller-kipfilet koopt…)). Maar weer terug naar het konijn. Ga eens naar de poelier (of zoals ik naar een Marokkaanse slager die ook konijn verkoopt) en probeer het gewoon! En omdat we nog steeds in pasta-land zijn, wordt het (cecco-)papardelle met konijn!

Ingrediënten 6 personen
3 konijnen-achterpoten (of een heel konijn*)
3 el gedroogde paddenstoelen
100 g ontbijtspek in reepjes
1 ui, gesnipperd
2 tenen knoflook, klein gesneden
125ml witte wijn
1 blik (400ml) gepelde tomaten
2 el tomatenpuree
1 laurierblaadje
Paar takjes tijm
Pappardelle
Scheut extra vergine olijfolie

Warm de oven voor op 160 graden.
Week de paddenstoelen circa een half uur in 250ml water. Laat ze vervolgens uitlekken, dep droog en snijd in stukjes. Bewaar het paddenstoelenvocht. Bestrooi de konijn met peper en zout en braad de stukken konijn (evt. in delen) in wat olijfolie in 5 minuten rondom bruin. Neem de konijn uit de pan en zet apart. Bak de ontbijtspek 3 minuten in dezelfde pan. Voeg de ui, knoflook en paddenstoelen toe en bak 2 minuten mee. Voeg de wijn toe en laat even inkoken. Voeg de tomaten, de paddenstoelenvocht, tomatenpuree en kruiden toe en breng op smaak met peper en zout. Breng aan de kook, zet de pan vervolgens in de oven en laat 3-4 uur zachtjes stoven.
Neem de bouten uit de pan en pluk het vlees van de botten. Doe het vlees terug in de pan. Kook de pappardelle volgens de gebruiksaanwijzing, roer door de saus en maak het geheel af met een flinke scheut lekkere olijfolie.

*Indien je een heel konijn gebruikt, moet je er rekening mee houden dat de filets veel eerder gaar zijn. Braad ze net als de rest even aan, maar stoof ze maar een uurtje.

dinsdag 27 september 2011

Oud en zoutloos brood

Oh, wat is het toch heerlijk in Italië! Heerlijke kaasjes, heerlijke prosciutto, salami, worsten, wijnen, goede pasta, olijfolie (bij een klein olijfolieboertje uit een glaasje geproefd en meteen 3 liter ingeslagen!). En niet te vergeten, heerlijk gegeten bij restaurantjes! Soms zo eenvoudig, maar zó lekker (tagliatelle met sinaasappelsaus, hmmm). Als je hier de pasta eet begrijp je ook ineens waarom deze “al dente” gegeten moet worden. Veel lekkerder dan onze Hollandse doorgekookte pasta (al vereist dit natuurlijk wel goede pasta en niet van die honig/bertolli-bordkartontroep, natuurlijk).
De Italianen stellen me alleen wel teleur op het gebied van brood. De korst is vaak taai, dan wel droog waardoor je je ernstig afvraagt of de bakker je niet het brood van gisteren probeert te slijten. Daarnaast is het brood in Toscane in principe zoutloos. Dus ’s ochtends mis ik mijn home-baked pan-/no-knead-bread en mijn sodabrood. Gelukkig ben ik dat rond lunchtijd allang weer vergeten. Een recept waarvoor dit Italiaanse brood wel uitermate geschikt is, is een Italiaanse broodsalade: panzanella!

Ingrediënten voor 2 personen:
½ oud ciabatta in stukken gescheurd
Stukje komkommer in blokjes
Paar smaaktomaten in blokjes
Evt. wat geroosterde paprika
Bosje basilicum blaadjes gescheurd
2 blikjes sardientjes
5 el goede olijfolie
2 el rode wijnazijn
Klein teentje knoflook, kleingesneden
Handje rucola

Maak de dressing met 1 el olie van de sardientjes, de olijfolie, wijnazijn, knoflook, peper en zout.
Meng alle ingrediënten door elkaar, schep de dressing er doorheen en laat de smaken 20 minuten intrekken.

maandag 26 september 2011

Oproepje!

Nee, nu even geen recept, maar een oproep.
Gezocht: burrata, liefst in Nederland verkrijgbaar.

Ik ben nu nog geen 24 uur in Italië en heb ‘m al in de eerste supermarkt die ik ben binnengelopen gevonden, de burrata! Wat een genot! Ik heb burrata eenmaal eerder gegeten en dat was in een klein wijnbarretje in Parijs, ruim een jaar geleden.
Voor degene die het niet weten, burrata is een soort buffelmozzarella, maar dan veel romiger. Heerlijk! In Parijs kregen we de burrata overgoten met lekkere olijfolie, een dotje basilicum, enkele partjes tomaat  en lekker brood.  Precies zo heb ik ‘m vandaag als lunch verorberd. Vooral niet teveel mee doen, hmmmm. En met een stukje brood de schaal leeglikken!
In Nederland moeten we ons beperken tot buffelmozzarella. De buffelmozzarella uit Campana is natuurlijk de enige echte, maar de buffelmozzarella van Nederlandse bodem is toch ook wel erg lekker. (In Groningen grazen namelijk enkele heuse buffels.) Ik ben er 2 jaar geleden, in de laatste week dat mijn OV geldig was, een dag speciaal voor met de trein van Utrecht naar Groningen gegaan. Nee, dat is niet overdreven, dat was de moeite waard! (En als iemand trouwens een adresje weet in de buurt van Utrecht waar ik Nederlandse buffelmozzarella kan krijgen, houd ik me ook aanbevolen!)
En morgen weer een echt receptje!

donderdag 22 september 2011

Lekker eten doet vergeten…

Soms ben je gewoon niet de goede persoon op de juiste plaats. Zoals ik nu, op een camping aan de kust in Montenegro; het “Salou” voor de Oost-Europese medemens…. Om de regen te ontvluchten hebben we wat eerder dan de bedoeling was het mooie Durmitor-gebergte verlaten en zijn we na een dag rijden (nee, de afstand was niet zo groot, maar met hevige regen over kleine bergweggetjes rijden gaat gewoon niet zo snel) hier terecht gekomen. Het mooiste moet nog komen; ook hier hebben we de tent in de regen op moeten zetten (weergoden, give us a break!). Maar ondertussen is de lucht alweer aardig opgeklaard en de zongebruinde huid van de mensen om mij heen doet vermoeden dat het hier niet al te vaak regent.
Maar wat doe je als je de omgeving (en misschien de mensen in je omgeving nog meer) even wilt vergeten? Juist ja, lekker koken en eten! Dus we hebben de barbecue weer aangestoken en er een heerlijk ribstuk op gebraden.

450 g ribkarbonade (één stuk)
Bos verse tijm
1 teen knoflook fijngesneden
Peper en zout
Olijfolie

Vraag de slager om een ribkarbonade af te snijden van circa 450 gram (dat is echt veel lekkerder dan twee losse karbonades, zoals ze in de vitrine klaar liggen). Ik heb het gekruid met tijm omdat ik nog (véél) verse tijm had, maar rozemarijn kan natuurlijk ook.
Houd een bosje tijm apart. Rits van de rest de blaadjes van de steeltjes. Meng olie, tijmblaadjes en knoflook. Wrijf de karbonade in met peper en zout, leg in de marinade en laat zeker een half uur marineren. Steek ondertussen de barbecue aan. Leg, wanneer deze goed heet is, de karbonade erop. Onze barbecue heeft een deksel en wij deden die erop (goed tegen de vlammen, maar laat wel de gaten in de deksel en in de onderkant van de barbecue (afhankelijk van hoe heet de barbecue is geheel/gedeeltelijk) open, zodat de zuurstof er goed doorheen kan trekken). Keer om de 5 minuten de karbonade om en kwast steeds met het achtergehouden bosje tijm weer wat marinade op het vlees. Bij ons was de karbonaden na 20 minuten perfect. Wij aten hem met gepofte aardappelen en een groene salade.

Ps. Het zware gesnurk van onze Poolse buurman gaf de doorslag, de volgende dag zijn we doorgereden en vonden we een heel leuk zonovergoten campinkje, waar we aan een (koud) stroompje, op een steenworp van de zee en onder de vijgen- en manderijnbomen een mooi plekje voor onze tent hebben gevonden!

zondag 18 september 2011

Lasagne op de camping; niet omdat het moet, maar gewoon omdat het kan!

Ik zit hier met prachtig uitzicht op Montenegrijnse bergen en de witte wijn, de pivo (bier) en watermeloen (die hier bijna gratis is, 10 cent per kilo!) hangen aan mijn voeteneinde in de koele rivier te bungelen. Ondertussen zitten mijn Servische campingburen hun kant-en-klare maaltijden uit hun aluminiumverpakking te eten (die ze opgewarmd hebben door de bakjes 5 uur geleden op de stenen in de brandende zon te zetten). Verschil moet er zijn, want wij eten vanavond lasagne! Nee, niet kant-en-klaar en opgewarmd in de zon, maar een goede vleessaus die nu al ruim een uur staat te pruttelen. Helaas zonder nootmuskaat (aangezien ik die na lang beraad toch thuis heb gelaten) en zonder bleekselderij, want die kon ik hier niet krijgen (dan maar wat extra ui). Een ander gemis op de camping is natuurlijk het ontbreken van een oven, maar geen nood aan de man. We gebruiken gewoon de barbecue! Thuis maak ik deze lasagne altijd met zelfgemaakte lasagnevellen, maar die moeite heb ik me nu bespaard. Bovendien kun je in bijna heel Europa, zelfs in de meest afgelegen en aftandse mini-market nog fatsoenlijke (barilla-)pasta kopen (ècht, waarom vinden we in de Nederlandse supermarktschappen nog steeds bijna alleen maar “karton”-pasta van Honig dan wel soortgelijk huismerkpasta? En trap vooral ook niet in de marketing-truc “Grand’Italia. Daar is werkelijk niets Italiaans aan. Grrr!!! Groot frustratiepunt!).
Hierbij het originele recept, niet de campingvariant. Het is afgeleid van een recept uit een Italiaans kookboek van mij. Schrik niet van de kippenlever. Hij zorgt voor een heerlijk diepe en intense smaak,  echt een essentiële verrijking voor de saus!  

Lasagne voor 4-6 personen
12 verse of voorgekookte lasagnebladen
75 g ontbijtspek in reepjes
125 g kippenlever
50 g boter
1 grote ui, fijngehakt
1 grote of 2 kleine wortels, fijngehakt
1-2 stengels bleekselderij, fijngehakt
300 g rundergehakt
2 el tomatenpuree
1 dl witte wijn
2 dl runderbouillon, zo nodig extra
Nootmuskaat
50 g geraspte Parmezaanse kaas

Bechamelsaus:
110 g boter
80 g bloem
750 ml melk
Zeezout

Verwijder verkleurde delen, vet en kraakbeen van de kippenlever en hak de levertjes in kleine stukjes.
Smelt boter in een pan en bak de ontbijtspek enkele minuten. Voeg de ui, wortel en bleekselderij toe en bak op vrij laag vuur circa 10 minuten. Voeg het gehakt toe en bak rul. Voeg de kippenlevertjes toe en bak 2 minuten mee. Voeg tomatenpuree, wijn en bouillon toe. Rasp er een flinke snuf nootmuskaat over en voeg naar smaak peper en zout toe. Breng aan de kook en laat op laag vuur 2 uur pruttelen (bij gebrek aan tijd kan 1 uur ook). Indien de saus te droog wordt kun je nog een scheutje bouillon of water toevoegen.
Maak ondertussen de bechamelsaus. Verhit de boter in een pannetje. Zet het vuur laag en voeg de bloem toe. Bak de bloem enkele minuten. Haal de pan van het vuur en voeg al roerende in één keer de melk toe.  Zet, wanneer de melk en bloem goed zijn vermengd de pan weer op (middelhoog) vuur en breng het al roerende aan de kook. Laat de saus enkele minuutjes zachtjes koken totdat de saus de gewenste dikte heeft. (Indien je de saus nu niet meteen gebruikt kun je hem het beste met huishoudfolie afdekken, zodat er geen vel op komt.)
Warm de over voor op 180 graden. Breng de saus zo nodig op smaak met extra nootmuskaat, zout en peper. Vet een ovenschaal in en schep een derde van de vleessaus in de schaal. Dek de saus af met lasagnebladen. Verdeel hier een derde van de bechamelsaus over. Ga zo door en eindig met de bechamelsaus waar je de Parmezaanse kaas over verdeelt. Bak de lasagne circa 45 minuten. Indien de bovenkant van de lasagne te snel gaat kun je deze afdekken met aluminiumfolie. Laat de lasagne nog 10 minuten buiten de oven rusten, voordat je hem gaat eten (en wees niet te ongeduldig, je zult niet de eerste zijn die zijn mond eraan brand!).

dinsdag 13 september 2011

Pasta rode kletsch

Er heerste een hittegolf in Oost-Europa, maar vooralsnog hebben we nu voor de vierde dag op rij regen. En dan heb ik het niet over een lullig buitje waarna de zon weer enthousiast gaat schijnen, maar over stevige regenbuien met forse windvlagen, een enkele hagelbui en temperaturen tussen de 14-18 graden. Gelukkig maakt dit heerlijke vakantieweer een soort gelukzalig padvindersgevoel bij mijn reisgenoot los, wanneer hij (ondertussen voor de derde maal) de natte tent op moet vouwen en alles in de auto moet laden. Ik zal hem hierin dus vooral niet teveel storen ;-).
Maar ondertussen is het landschap in Bosnië en Montenegro adembenemend mooi. Het heeft wat weg van Nieuw-Zeeland, maar dan ongerepter en vele malen mooier. De wandelingen in de bergen zijn prachtig en zo afwisselend (in de middle of nowhere, door een soort weiland, vervolgens steil omhoog over een rotsige berg, om over de bergkam heen in een prachtige vallei of bij een bergmeertje uit te komen!). Maar goed, nu zitten we weer in een koude en natte tent, terwijl de regen tegen de tent aan striemt… Dat vraagt om een lekkere warme maaltijd! Hoogst waarschijnlijk geheel tegen alle Italiaanse etiquette in, maar op zo’n dag als vandaag wel erg lekker. Vroeger was dit altijd de maaltijd op de eerste vakantiedag. Na een dag in de auto stond mijn moeder traditiegetrouw (in de regen) deze pasta te bereiden. Ondertussen probeerde mijn vader met een paraplu mijn moeder droog te houden. Handig als hij is, liep het regenwater dan echter vaak in stroompjes van de paraplu over de rug van mijn moeder . Mooie taferelen!

1 ui, gesnipperd
1 wortel, kleingesneden
1 selderijstengel, kleingesneden
Enkele ansjovisfilets
600 g rundergehakt
2 tenen knoflook fijngehakt
2 blikken gepelde tomaten
1 blikje tomatenpuree
2 laurierblaadjes
El oregano
Glas rode wijn
Peper & zout
Pappardelle
Parmezaanse kaas

Op vakantie heb ik vaak geen zin om een hele bos selderij te kopen (en  vervolgens het overgrote deel weg te moeten gooien) en laat ik de selderij vaak achterwegen.
Verhit een scheutje olijfolie in een hapjes-/stoofpan. Laat de ansjovis smelten in de pan. Voeg de groenten en de knoflook toe en laat op laag vuur in circa 20 minuten zacht worden. Voeg het gehakt toe, kruid met peper en zout en bak rul. Voeg de rode wijn toe en laat even bruisen. Voeg de blikken tomaat, tomatenpuree en laurierblaadjes toe. Sluit de pan af met de deksel en laat zeker een uur zachtjes pruttelen. Roer de oregano door de saus en breng op smaak met zout en peper. Breng ruim water aan de kook voor de pasta (1 liter water per 100 gram pasta) en kook de pasta volgens de aanwijzigen op de verpakking. Giet de pasta af en roer deze door de saus. Schaaf er naar smaak nog wat Parmezaanse kaas overheen.

woensdag 7 september 2011

Het kruidenparadijs!

We zijn nog steeds in Bosnië en vandaag hebben we niet ver van Sarajevo in de bergen gelopen. Het was een prachtige en pittige wandeling/beklimming. We zijn helaas niet helemaal goed gelopen, maar dat mocht de pret niet drukken. Want het leukste aan dit soort tochten zijn de cadeautjes die je onderweg tegenkomt; de overvloed aan die heerlijke, sterk geurende, wild groeiende kruiden! Het begint bijna een vakantietraditie te worden. Zoals vorig jaar in de Franse Alpen en twee jaar terug in Asquin, heb ik weer naar hartenlust munt, oregano en vooral véél tijm kunnen plukken! Lekker om vlees of vis mee te marineren en voor stoofpotjes zoals coq au vin. Maar vandaag hebben wij de tijm gebruikt om 2 mooie forelletjes mee te vullen.

2 forellen
Bosje verse tijm
1 citroen, de helft in plakjes, de andere helft in 2 partjes om over de vis uit te knijpen
Peper en zout

Maak de forellen schoon (of, wanneer de visboer dat al gedaan heeft, spoel de forellen af met water en dep droog). Strooi peper en zout in de buikholte en vul deze met de plakjes citroen en de verse tijm.  Grill de forellen op de barbecue (afhankelijk van de grootte) in circa 10-15 minuten gaar.
Aangezien de zomer voorbij is, wil je de visjes misschien liever binnenshuis bereiden. Warm in dat geval de oven voor op 200 graden. Grill of bak de vis in de pan even aan beide kanten en zet de vis (afhankelijk van je pan, met pan of op een bakplaat)circa 15 minuten in de oven.
Wij aten daarbij een salade van komkommer, tomaat, sjalot en een lokaal kaasje dat we bij een boer langs de weg hadden gekocht (en wel wat weg had van feta). Lekker met een dressing van rode wijnazijn, olijfolie, peper, zout en nog een toefje verse tijm.
En toe: verse muntthee!